Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Den goeden God in d'hemelpoort en is op ons niet meer gestoort, want Jezus brengt den olijf meê: dit kindje brengt ons peys en vreê. Zoo Maria haer heylig kind voor 't vier in diverse doeken windt, Zijn handen spelen hier en daar van haere borst tot in haer hayr. Uyt Jezus wezen vloeit een soet, een soet, dat mijn siel leven doet; Segge ik nog: Bethleêm ik mis, want nu den stal een hemel is!"

En het duurde niet lang, of de buren konden zich vergasten aan een veelstemmig: »Plechtig zwijgen, zoete vrede ruischt er nog om 's Heilands graf", of »Rust in vree, o gij, van ramp ontheven. Nu reeds slapende in uw enge kluis", welk laatste lied eigenlijk »bij het graf eens medeleerlings" gezongen moest worden, doch ook onder andere omstandigheden niet onstichtelijk klonk.

Guido, ik wou dat Lapo en wij twee Door toovermacht ons mochten saam bevinden In 't zelfde scheepken dat op alle winden Naar onzen wil kalm voortdreef over zee; Zoodat geen toeval ooit stoorde onzen vree En wind noch weder onzen tocht kon hindren; Maar één verlangen steeds ons zou verbinden, Sterker, hoe langer 't scheepken verder glee.

Bram stak de ontronselde goederen bij zich, maakte daarna rechtsomkeert, en liet het aan den hansworst over om het opgewonden publiek met zijne aardigheden te blinddoeken, ten einde alzoo des te beter zijne kansen te kunnen waarnemen. "Leve de rust! leve de vreugd! Leve de rust die 't hart verheugt! Weg met den nijd, weg met den strijd! Leve de vree en de vroolijkheid!"

Daar, knielend naast een heilge nis, aanschouwt Hij biddende onschuld, en in zeegnend dalen, Laat hij zijn blikken in heur blikken pralen, En zendt der ziele vreê, die hem vertrouwt.

De twee soldaten wisselden een veelbeteekenende blik. "Goed!" riep een van hen uit: "geef ons het geld dan en we zullen je met vrêe laten." "Meneer!" smeekte de ongelukkige vrouw, "mijn kinderen stelen niet, al hebben ze honger. We zijn gewend honger te lijden.

Hij zat weer voor den ezel, voor een verschen lap papier, en nu met angstige voorzichtigheid, en, door den strak-onafgewenden blik, fel-stekende oogen, beproefde hij opnieuw te schetsen wat hij zag van haar fee-mooi gezicht.... Dit was wat beter!... Ja, waarachtig, nu zou 't gaan!... Althans zoo ver als 't nu was kon hij 'r vree mee hebben..., nu vooral voorzichtig, scherp gespannen speuren in herinnering, het stil bewegen van zijn hand volkomen meester zijn, onmiddellijk uit z'n ziel besturen.... Een tijd lang zat hij zoo, in moeilijk ademende aandacht, door te teekenen..., telkens huiverend.... Want 't kwam er in!... Ja!... Ja!... Het kwam er in; nu 't haar nog, de reine blankheid van het voorhoofd met het donker haargekroes omlijsten....

U dank ik vroom voor 't heldere urenblij, den akker, dien ik zwaar bearbeid weet, de hei, van eenzaamheid zoo grensloos breed, grasvlak en bosch, wier vree 'k mij vaak ontzei. Slaan wij thans een blik op de gesteldheid en de ontwikkelingsgeschiedenis van den bodem.

O, ware het de rampzalige gegeven geweest, toen rustig heen te gaan, haar verlossing tegemoet, welk eene ellende, welk eene vernedering zou haar bespaard zijn gebleven. Haar lichaam is afgetobd en krank, maar haar geest blijft onveranderlijk helder. Hare beulen laten haar ook nu niet met vree.

Bedreigt ons de waereld, we ontvluchten haar erf; Gij zijt er: ik leef; gij verdwijnt: en ik sterf. Kom, ga dan meê, Liefste, over zee! Meê, waar het golfjen ons wiegelen zal! Wissle de wind, Hij die bemint, Kent geen saizoenen, en mint overal. Woont niet op zee Vrijheid en vreê? Dreigen niet onrust en boeien aan land? Slaaf zijn we dáar: Maar op de baar Lacht onze liefde met teugel en band.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek