Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 oktober 2025


Martin Corker, die in het huis van moeder Sebastian is gebleven, om toezicht te houden sinds Chester de wacht op de Esperanza heeft betrokken, zegt, met de laatste vracht aan boord komend, tot zijn commandant: "Bodé Volckers wenscht, dat gij, zoo gauw als ge kunt, in het huis van 'de Stomme Duivelin' bij hem komt." "Waarom?" "Hij heeft de kist met juweelen nog laten staan.

"Gij bedriegt mij niet gij zijt er zeker van, dat het haakbussen zijn?" "Roep de douanen open ze en zie zelf!" roept Guy uit. Doch dat voorstel is geheel en al onaannemelijk. Bodé Volckers teekent met bevende hand het charter van de Esperanza om Antwerpen terstond te verlaten voor Amsterdam en andere havens.

"Moet gij mijnheer Bodé Volckers van nacht spreken?" herhaalt de knaap ten hoogste verbaasd; "nu, terwijl zijn pakhuizen zijn ondergeloopen?" "Ik moet hem spreken. Hoort gij mij, knaap? Vlug wat!" roept Chester ongeduldig, want daar hij edelman is, is hij gewoon om kooplieden, burgers, handelaars, enzoovoort te bevelen. "Dat is onmogelijk, tenzij gij naar de kaden gaat," antwoordt de leerling.

Om zijn leelijke rol goed te spelen, brengt hij zijn haren in wanorde en trekt zijn hoed in de oogen, en den schijn aannemend, alsof hij volslagen dronken was, vervolgt hij zijn weg naar het huis van Bodé Volckers en treedt dit binnen. Een aantal klerken zijn aan het werk, alles is druk bezig.

"Dan, ongelukkige man, zijt gij, als zij u, een kolonel in het Spaansche leger, hier ontdekken, er nog erger aan toe, dan dat gij dood waart. Ik zal u echter niet verraden," mompelt Bodé Volckers. "Gij hebt mijn kind eens gered, al hebt gij haar ook naar een plaats gebracht, waar haar nog grooter gevaar wachtte." En eensklaps roept hij uit, zijn handen wringend: "Red haar opnieuw, mijn Mina!

Ofschoon Guy en Oliver zoo vlug mogelijk opstaan om rang, titel en schoonheid te begroeten, is juffrouw Bodé Volckers hun toch reeds voor en verwelkomt de dames, die haar en haar huis zooveel eer aandoen.

Hij wordt ontvangen door een onderdanig buigenden klerk, die angstig vraagt naar zijn naam en naar hetgeen hij verlangt, want deze bandelooze Spaansche soldaten bedachten zich tegenover de Vlaamsche burgers niet lang, om naar mes of sabel te grijpen. Als hij vraagt, om Bodé Volckers te spreken, wordt hij dadelijk in diens particulier kantoor gelaten.

"Ik zou gaarne met u gaan, maar de losbol Guido Amati, verschijnende in de gedaante van Andrea Blanco, kapitein van een koopvaardijschip, zou Niklaas Bodé Volckers de oogen wel eens kunnen openen. Maar gij staat op heete kolen. Dus goedennacht en vaarwel." "Ja, ik moet Mina spreken. God weet, wat mij in Brussel kan overkomen. Ik moet echter ook voor u zorgen.

Alles gaat tot zoover goed, maar als zij het pakhuis verlaten, kijkt Guy bij toeval rond en ziet bij de lantaarn, die Olins draagt, om hen bij te lichten, den naam van Niklaas Bodé Volckers in groote letters boven den ingang en bemerkt nu ook diens zoon, Jakob, die blijkbaar op de goederen heeft staan wachten en in gesprek is met Jan Olins. "Zoo, zoo!" denkt de Engelschman.

Begrepen Bodé Volckers?" en hij kijkt hem met inhalige blikken aan. "Hoeveel verlangt gij?" smeekt de koopman. "Een slomp; maar daar zullen wij later wel eens over spreken," hikt Chester. "Teeken dit charter maak eerst, dat het schip kan wegkomen, dan zullen wij een paar flesschen samen drinken en ik zal een verduiveld grooten wissel op u trekken."

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek