United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


De gerechtsdienaar liet het licht van zijne lamp op hem vallen en vroeg deelnemend: "Nu, hoe gaat het je, goede vriend?" "Ik zou toch wat beleefder spreken," antwoordde Don Quichot op hoogen toon. "Spreekt men dolende ridders met je en jij aan, lompe vlegel?"

LANS. Gij moet naar hem toe rennen, want gij hebt zoo lang gewacht, dat gaan bijna niet meer helpen kan. FLINK. Waarom hebt gij mij dat niet vroeger gezegd? naar den duivel met uw minnebrieven! LANS. Nu zal hij klop krijgen, omdat hij mijn brief gelezen heeft! Een onbeschaamde vlegel, die in een andermans geheimen dringt! Ik loop hem na, om mij in de tuchtiging van dien kerel te verkneukelen!

Als, ievers in den hof gestaan, de goudenregens opengaan, de duisterheid van 't groen verdwijnt, „het regent en de zunne schijnt.” Hoe jammer dat zoo gauw voorbij, uw vlagen gaan van goude, en gij, o gulden regen, al te broos van leven zijt ge, en tijdeloos ! Gij strooit den weg, nen dag nadien, of twee, dat wij u open zien: zoo derf is dan uw dood gelaat, als kaf, daarop de vlegel slaat!

Zij stelde zich niet tevreden met alleen hun namen te noemen maar de kwaadspreekster beschreef hen ook nog bovendien! "Deze heeft leege hersens en die daar is een onbeschofte vlegel. Dat mooie meisje daar en die eerder vrij dan sierlijk is in haar bewegingen heet Rosarda Let. Zij is een slechte aanwinst voor den troep.

"Ik zoek iemand, die mij met geen nuttelooze vragen zal lastig vallen," antwoordde de monnik, droogweg. "Dien kunt gij in uw tasch steken, Melisbuur!" zeide een der andere landlieden, lachende, "Ik geloof, dat de vlegel lust heeft, met mij aan 't snijen te komen," zeide Melis, de hand aan het heft van zijn zakmes slaande.

De "koekenbakker" of "wender" keert het zaad om en om, een der binders schudt het uit en vervolgens gaat de vlegel er nog eens over. Opnieuw wordt nu het koolzaadstroo geschud, vervolgens opgebonden en aan den kant van den zaadvloer neergezet.

"Maak, dat je wegkomt, zet je scheerbekken terecht en bemoei je voortaan niet met dingen, die je geen zier aangaan!" "Gij vlegel, gij onbeschaamde rekel!" schreeuwde Don Quichot vol woede, en rende met zooveel geweld op den wachter in, dat deze geen tijd vond, om zich te weer te stellen, maar terstond op den grond lag. De lans was hem bijna midden door het lichaam gegaan.

Want gelukkig zijt ge niet, dat zie ik aan de treurige uitdrukking uwer oogen, aan den droeven trek om uw mond. En toch zijt gij geschapen om blij en vroolijk te zijn, om te worden aangebeden als het schoonste en kostbaarste kleinood, dat een man ten deel kan vallen. Hij daar ginds is een dwaas, een lompe vlegel, die niet in staat is, uwe gaven naar waarde te schatten.

"Kom, ik zal 't je wijzen. Ga mee." Zij stapte moedig in 't hooge kruid met hare tengere beentjes. "Geef me maar een hand" vroeg hij, beschermend. Zoo daalden ze, wijdschrijdend, samen de helling af. "Heila!" donderde een zware mannenstem. "Waarheen moet dat met jullie daar?" "Ik wou het beekje wijzen, daarginds." "Wat jij, beekje, gauw terug, vlegel!

"Onbeschaamde vlegel!" riep de Raadsheer, heftig op de tafel slaande: "is het aan uw Rechter, dat gij zulke antwoorden geven durft!" "Wanneer de Rechter zich niet schaamt zijn gevangene te beschimpen, dan passen hem zulke antwoorden," zeide de Remonstrant.