Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


«Hoor de zee es aangaan," hernam de baas met de schouders schurkend. In de lengte van den weg pinkten de oranje vlammetjes der petroleumlampen; op groote afstanden verkleinden ze achter elkaâr, verloren en verarmd in het donker; ziek glimmend en mager boorden zij zich door het zware floers van den nacht. «Maar 't zal er toch wel gauw van komen," vervolgde de hovenier zijn gedachten.

Op een drievoet, die daarbij stond, kronkelden blauwachtige vlammetjes omhoog en hulden het lage vertrek in een benauwend schemerlicht. De goudmaker reikte het doodsbleeke meisje een blinkend wit linnen laken over en beval haar vervolgens haar kleeren af te leggen, zich op het purperen kleed op de tafel uit te strekken en haar jonkvrouwelijk lichaam met het laken te bedekken.

Zij genoten van hun sigaartje en hun borreltje; en, toen het uit was, bestelden zij er nog een. Deeske's bolle wangetjes begonnen te glimmen, zijn oogen glinsterden heel leuk en innig, vol korte, kleine vlammetjes, alsof er, diep in hem, iets heel bizonder prettigs omging; en ook Theofielke's doorgaans bleeke, grauwachtige gelaatskleur, verlevendigde zich met een frissche, roze, warme tint.

In de smerige bedompte kamer viel schaars het zonnelicht, even beglansend den grauw-rooden tegelvloer, met kleine vlammetjes fonkelend in de glasstolp van den kruis-lieven-Heer op de schouw. Op de kachel stond de moor suizend te stoomen ... Trees slefte rond in 't keukentje, sloeg haar vent van ter zijde gade, wachtend op zijn eerste woord.

Plotseling flikkerden de vlammen, die blauw en groen zagen, weer hoog op, het gebulder werd heviger en het gegil in den schoorsteen klonk in één woord ontzettend. Het angstzweet brak den vrek uit. Hij was radeloos. Daar zag hij, hoe een ijzeren bak, waaruit ook kleine blauwe vlammetjes opstegen, langzaam aan een ketting naar beneden zakte, en boven het vuur bleef hangen. "Geld!

Ze zag de vlammetjes na in hun kronkelen en blies de asch weg in den wind en den nacht. "Ik zal niets antwoorden." En zoo blies zij alles weg wat "hij" niet was, de eenige dien zij lief kon hebben. "Wat zeg je van 't nieuws?" "Wat?" vroeg Willem Stoffels zijn kameraad. "Wel, van Anneke van Jansen en Hary van den meester." "Wat zou daarmee?"

Beneden, gelijkvloers en boven dwaalden vlammetjes, henendompend, weer lillend met okeren tongen, zoo achter ieder raam dat norsch en doorzichtig was tot de gracht en de verre diepte der zaal aan de voorzij.

Warrend stond het nu op den warrenden vloer van de waterkolken. Lang was er nog lichting geweest in de westelijke lucht, glimmering van dag die niet weg wil gaan, en roode vlammetjes had hij dolen gezien langs Tangers weggeslorpt strand, menschjes die den weg met lantarens zoeken door het lage leven.

Zoo eenvoudig. Zoo alleszeggend. En als je ze, zuinigheidshalve, langs de lengte in vieren knapte, hoorde je en voelde je tusschen je vingers zoo'n stokkerig geknap. »Een borreltje ineens, maar een zwavelstokje in vieren," zei de zuinigdoende drinkverkwisting. Mijn zuster nam een zwavelstokje, stak het aan in 't vuur, ik zag de blauwe vlammetjes, rook den zwavel.

En wijl hij vol heet verlangen aldoor in de goddelijke oogen schouwde, weerklonken sterker de kristallen klokjes met lieflijke akkoorden en de fonkelende smaragden vielen op hem neer en omringden hem met duizenden vlammetjes, rond hem flakkerend en spelend met schemerende gouddraden. De vlierboom bewoog zich en zeide: „Gij laagt in mijn schaduw, mijn geur omvloeide u, doch gij verstondt mij niet.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek