United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onder Constantijn den Gr. was vicarius de titel van een stadhouder over eene der dioecesen, waarin elke praefectuur verdeeld was. Zie praefectura. Victor, Victrix, bijnaam van Jupiter, Mars, Hercules, Venus en Minerva. Ook sommige rom. legioenen kregen den bijnaam Victrix. Hij leefde in de 4de eeuw n. Victoria, Victorina, zie Victorinus. Victoriati, z. Bigati.

Doña Victorina vierde haar praatlust bot, en kritizeerde de gewoonte der provinciemenschen, hun nipah-woningen, de bamboe bruggen, zonder te vergeten aan den pastoor mede te deelen, hoe wel ze was met allerlei groote lui.

"Schep maar moed, Clarita," zei Doña Victorina, naderbij komend, "we zijn gekomen om je beter te maken... Ik zal je mijn neef voorstellen." Linares was in gedachten verdiept, in stille beschouwing van die welsprekende oogen, welke iemand schenen te zoeken, en hoorde niet dat Doña Victorina hem riep.

"Ze verdient het!" ging Doña Victorina voort, alsof ze Padre Salvi niet gehoord had. "Die vrouw is erg onhebbelijk! In de kerk doet ze niet anders dan naar mij kijken. Natuurlijk, 't is ook maar iemand van niets. Zondag wou ik haar vragen, of ik soms apen in mijn gezicht had; och maar wie wil zich bevuilen door te praten met menschen beneden zijn stand?"

"Nu, u ... kon hem niet met een ander verwa-wa-warren," hervatte de dokter met meer zelfvertrouwen, "hij was goudblond en spr.... sprak hee.... hee-heel slecht Spaansch." "Dat zijn wel duidelijke kenteekenen, maar ongelukkigerwijze heb ik daar geen woord Spaansch gesproken, behalve aan een paar konsulaten." "En hoe heeft u dat geleverd?" vroeg Doña Victorina verbaasd.

Dit waren Doctor Fiburcio de Espadaña, zijn wederhelft mevrouw Victorina de los Reyes de Espadaña en een jongmensch met een innemend gelaat en aangenaam voorkomen. Zij droeg een zijden ochtendjapon, afgezet met bloemen, en een hoed met een groote papegaai erop, die half verdrukt zat tusschen blauwe en roode linten.

Ik heb een brief voor hem," riep de jongeman uit, "en als 't niet was door dit gelukkige toeval, dat me hier brengt, zou ik opzettelijk gekomen zijn, om hem op te zoeken." Het "gelukkige toeval" was intusschen wakker geworden. "De Espadaña," zei Doña Victorina, haar ontbijt beëindigend, "zullen we 's naar Clarita gaan kijken?" En tot Capitán Tiago: "Voor u alleen, Don Santiago, voor u alleen!

Doña Victorina trok echter verachtelijk haar neus op, doch onmiddellijk daarop keerde ze zich woest om, als een slang waarop getrapt wordt: inderdaad had de luitenant op den sleep van haar japon zijn voet gezet. "Maar heeft u dan geen oogen?" zeide ze. "Jawel, mevrouw, en een paar betere dan de uwe; maar ik keek even naar uw lokken," antwoordde de weinig galante krijgsman en verwijderde zich.

"En de luitenant," zei Doña Victorina, den Franciskaan bijvallende, "die heeft den heelen avond een boos gezicht gezet. 't Is maar goed dat hij weg is. Zoo oud en dan nog luitenant!" De dame kon de toespeling op haar krullen en de vertrapte strook van haar onderrok niet vergeten. Ketter en opstandeling. Ibarra was onzeker.

"Juist om...om...omgekeerd!" zei haar echtvriend. Capitán Tiago, die tot-nog-toe geen tijd had gevonden om een woord te zeggen, waagde het te vragen, met veel aandacht lettend op 't antwoord: "Dus u, Doña Victorina, u gelooft dat de Maagd?..." "Wij komen juist met u over de 'maagd' spreken," antwoordde ze geheimzinnig, en wees daarbij naar Maria Clara. "We moeten over zaken spreken."