United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Veranderingen. De schuchtere Linares was ernstig gestemd en vol ongerustheid. Hij had daar juist een brief ontvangen van Doña Victorina, die in behoorlijke taal overgebracht, zoo luidde: "Geachte Neef, Binnen drie dagen hoop ik van u te vernemen of de alférez u reeds gedood heeft of gij hem. Ik wil niet dat er nog een dag langer voorbijgaat, zonder dat die vlegel zijn straf krijgt.

Toen dit juist plaats had, kwam Capitán Tiago van de hanegevechten thuis. Hij was bedroefd en zuchtte: hij had zijn lasak verloren, zijn wit-en-roode haan. Doña Victorina gaf hem geen tijd om uit te blazen. In weinig woorden en met veel gescheld erin vertelde ze hem al wat er gebeurd was, natuurlijk zichzelf in een gunstig daglicht plaatsend. "Linares zal hem gaan uitdagen, hoort u?

Fray Salvi sloeg hem roerloos en zwijgend gade, terwijl hij onmerkbaar op zijn lippen beet. Toen Padre Dámaso wat bedaard was, stelde Doña Victorina hem den jongen Linares voor, die eerbiedig naar hem toe kwam. De pater nam hem zwijgend op, van hoofd tot voeten, nam den brief aan, dien de ander hem reikte, en las dien naar 't scheen zonder hem te begrijpen, want hij vroeg: "En wie bent u?"

Dus, zorgt er nu voor dat ge hem uitdaagt: ik zeg u vooruit dat ik niets weten wil van voorwendsels of uitvluchten, Uw hartelijk liefhebbende nicht: Victorina de los Reyes de Espadaña. Sampalok, Maandag 7 uur 's avonds." Het was een ernstig geval: Linares kende het karakter van Doña Victorina, en wist waartoe ze in staat was.

Je ziet wel dat De Espadaña gelijk had, toen hij zeide dat je niet bij een armzalige inlander aan huis zou komen, want u moet weten, Don Santiago, dat onze neef in Madrid bevriend was met ministers en hertogen, en dat hij dineerde bij den graaf del Campanario." "Van den hertog de la Torre, Victorina," verbeterde haar man. "Dat 's net hetzelfde, wat woû je nou?"

Op een middag, terwijl Sinang en Victoria hun vriendin bezochten, waren in de eetkamer de pastoor, Capitán Tiago en de familie van Doña Victorina bezig wat te gebruiken en onderwijl te praten. "Nu, 't spijt me wel", zeide de dokter, "'t zal Padre Dámaso ook erg spijten." "En waarheen zegt u dat ze hem overplaatsen?" vroeg Linares aan den pastoor.

De muziek ging voort met haar vroolijke walsen. Het gelach en het geroezemoes der gesprekken drongen in de slaapkamer door. Verscheidene malen kwamen haar vader, tante Isabel, Doña Victorina en Linares aan haar deur kloppen, maar Maria Clara verroerde zich niet: een gereutel ontsnapte aan haar borst. Uren gingen zoo voorbij. De vroolijkheid van den maaltijd hield op. Men hoorde dansen, zingen.

Maria Clara, bleek als was, richtte zich half op, en keek met ontstelde oogen naar haar vader, naar Doña Victorina en naar Linares. Deze kreeg een kleur, Capitán Tiago sloeg de oogen neer, en de dame liet volgen: "Clarita, denk daar steeds aan: trouw nooit met een man die geen broek aan heeft. Je loopt kans dat zelfs de honden je beleedigen."

Doña Victorina was zoo in haar schik over haar man, dat eens op een dag, toen deze haar op haar sleep trapte, zij niet haar gewone straf toepaste hem zijn tanden af te nemen maar zich vergenoegde met hem te zeggen: "Als je niet toevallig mank was, zou je zelfs op mijn korset trappen." En zij droeg er geen!

"Neef," zeide Doña Victorina, "jij moet nu dadelijk den alférez gaan uitdagen, of anders..." "En waarom?" vroeg Linares verbaasd. "Je moet hem nu dadelijk gaan uitdagen, anders zeg ik hier aan iedereen wie je bent." "Maar Doña Victorina!" De drie vriendinnen keken elkaar aan. "Zoo, denk je dat? De alférez heeft ons beleedigd, en heeft er van alles uitgebraakt, gezegd dat jij was wat je was!