Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Hij stond op zijne schuit, en hield de oogen op de gevonden voorwerpen gericht, maar af en toe keek hij de twee jongens aan, en dan zag hij er alles behalve vriendelijk uit. "Wat is daar te doen?" riep eene stem. Opziende zag Jan zijn vader, die met den hit en den wagen van 't venten terugkeerde. Jan zwaaide met beide armen, en riep: "O Vader, we hebben de gestolen potten en ketels gevonden.
»Je bent nog een jonge, sterke vent", zei de dokter, »dat is je behoud". Zijn krachtig gestel bracht hem dan ook vrij spoedig er weer bovenop, maar zijn rechterbeen had hem afgezet moeten worden en voor 's lands werf wist hij zich nu een, zijn leven lang, onbruikbaren kerel. Toen, pogende op een andere wijze zijn brood te verdienen, was hij met visch gaan venten.
Pallieter was er door gepakt, de tranen lekten van zijn kaken. De drie blinden bleven wachten, gretig naar peperkoek en geld. "Wa' moet 'k ze geve?" vroeg Charlot. "Dat is ni te betale," zei Pallieter. "Gef ons mor wa' da' menhier belieft," zeiden de blinden. "Geft ze 't half varken," gebood Pallieter. En hoe verschoten de drie venten, als hun vuile handen het vette varken betastten.
Alsdan een ruischende koleurenwemeling van zijden en fluweelen vanen, zilveren en koperen geschitter en stralengespetter van hooggestoken brandende lantaarnen en torschers. Daaronder met verpluisden witten zijden hoogen hoed op, en schoone halsdoeken om, al de ouden peeën van 't begijnhof elk met een smokende flambauw van wel een arm dik. De drie blinde venten waren er ook bij.
De kinderen van Fransoo waren bang van de ruige venten, schreeuwden moord en brand, en vlogen naar bed. Als zij dik gegeten waren, en het nog eens hadden overgoten met ouden Diesters, zei Pallieter: "Doe nij ellen boek is ope." Zij gingen naar beneden. Fransoo's vrouw volgde. De nacht was over de aarde.
Enkele zeelui echter maar er zijn niet vele zoo zijn wat actiever, laten groenten en andere levensmiddelen uit de naburige stad komen en schuiven kalmpjes hun handkarren voort, die er mee beladen zijn, en waarmee ze bij de huizen venten. Kinderen loopen in troepjes rond, met veel drukte van klompengeklots, maar zonder roepen of schreeuwen, net als in Zeeland.
Rechtspleging, venten van koopwaar, bruiloft en begrafenis, het kondigde zich alles luide aan met ommegang, kreet, klaagroep en muziek. De verliefde droeg het teeken van zijn dame, de genooten het embleem van hun broederschap, de partij de kleuren en blazoenen van hun heer. Ook in het uiterlijk aanschijn van stad en land heerschte die tegenstelling en die bontheid.
Zoo'n knecht kon de smid juist gebruiken. En de onnutte bedelaar was een eerlijk handwerksman geworden. Zijn bus en monnikskap werden naar het klooster teruggebracht. Anderen gingen het Evangelie verkondigen. En wie daarvoor te dom waren, maar zich toch ook nuttig wilden maken voor de goede zaak, na een leven van luiheid, gingen boeken over de Hervorming venten.
Als hij weerkwam spande hij de zwertgevlekte witte merrie in de versch-geschilderde huifkar en reed ermeê naar de statie. Alle huizen in de stad waren bevlagd en de beiaard van St. Gommarustoren rammelde volksliekes over de daken, waarboven duiven toerden. Er wandelden reeds venten met ballonnekens en wat verder klopte een Italiaansche orgel.
Ik zag weder den twist in de herberg: ik hoorde den hatelijken Andries vloeken en den Jood zijn kramerijen venten: ik onderscheidde het lieve gezichtje van de bevallige Henriëtte Blaek: ik bestreed opnieuw de drie struikroovers en dankte weer mijn redding aan mijn geheimzinnigen gastheer, die zich aan de oogen mijner verbeelding in een nog majestueuzer gestalte voordeed dan in de wezenlijkheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek