Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Hij was blijkbaar smoordronken, en Alfons, die reeds een uur of drie met stijgend ongeduld op hem had liggen wachten, sprong woedend uit bed, rukte 't raampje open en schreeuwde naar buiten: "Vaprijs! nondedzju! Wilt ou smoel houën, zatlap!" "'K voage mijn broek an ou! Vivat den b'ron!" brulde Vaprijskens heesche dronkemansstem.
Hij, toch, zou niet onhandelbaar zijn. En wat was het ook goed dat hij 't zoo duidelijk gezegd had: Knechten alle twee! Doch kort van duur was haar vreugd. Smul gaf zich niet eens de moeite Vaprijskens schimpscheut te beantwoorden, en ging ook op de zaak niet verder in.
't Leek of er niets veranderd was; 't was zeker maar een zinsbedrog; 't gewone leven om haar heen ging rustig voort zijn kalmen gang als 't oogenblik te voren; de grijze schemering hing wazig-zacht in 't kamertje; in de keuken hoorde zij het Geluw Meuleken die stil met iemand sprak en buiten, in de schuur, klonken dof de gekadanseerde slagen van Vaprijskens vlegel op den harden kleivloer.
"Ik of Vaprijs!" herhaalde hij met vastberaden nadruk, om de beurt haar en Vaprijsken met zijn barsche, strakke oogen aankijkend. Eindelijk kwam een spotachtigen glimlach om Vaprijskens gele snor. "Ik of hij 't es me 't zelfde," zei hij leukjes, "we 'n zijn wij toch moar knechten alle twieë." Rozeke verademde en keek het trouwe knechtje dankbaar aan. Vaprijsken was zoo goedig!
Gewichtig raadpleegden zij even elkaar. "Reuën," zei eindelijk Alfons. "Van den ordinairen of van den besten?" Weer staken zij de hoofden samen. "Hoevele scheelt het in de prijs?" vroeg Alfons. "Twie fran en drei fran." "Van den besten dan," besloot Alfons. Zij aten en dronken. Vaprijskens leuke oogen glinsterden.
Smul was, als iederen ochtend, met ploeg en paard en egge bezig op den akker, Vaprijskens dorschvlegel klonk met doffe, gelijkmatig-gekadanseerde slagen op den harden schuurvloer, de groote waakhond lag rustig te loeren, half in half uit zijn hok, de zwarte poes zat knippend met zijn gouden oogen vóór het haardvuur, de oude klok tiktakte trage en in het achterhuis was 't Geluw Meuleken de boterkarn aan 't schoonmaken.
Maar nu gebeurde 't dat Smul, in zijn toenemende, algemeene bazigheid, zich ook met den koestal ging bemoeien, wat speciaal Vaprijskens werk was, en dit gaf aanleiding tot wrijving en gekibbel, tusschen de twee, totnogtoe goed met elkaar omgaande knechts. Dat koestal-geharrewar werd nog ingewikkelder door een vagen naijver om 't Geluw Meuleken, waar zij allebei een beetje 't oog op hadden.
In de schuur galmde steeds, eentonig als een treurig klokgetamp, Vaprijskens vlegel, in dof-tragen, gelijkmatigen kadansslag op den harden kleivloer. Dien zelfden nacht werd Rozeke ziek. Zij leed aan hevige krampen, uren lang lag zij te kruipen en te kermen van de pijn en tegen den ochtend bleek het duidelijk dat het met haar op een miskraam zou uitloopen.
't Kasteel, dat was de almacht waar zij allen bang voor waren; en nu hadden zij allen ook eensklaps mejonkvrouw Anna herkend. Zij vreesden dat de jonkvrouw Vaprijskens onbeschoft geroep gehoord had, en hun vrees steeg plotseling tot ontzetting en schrik, toen zij de vier personen, na een korte aarzeling, beslist naar hen toe zagen komen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek