Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Den negentienden Januari kwamen wij te Butuan, Ik vaar de Agusan op: hetgeen ten gevolge van den sterken was der rivier zeer langzaam gaat; de nieuwe dorpen van de Manobos conquistados hebben zeer veel te lijden gehad van de overstroomingen. Op mijn herhaald verzoek om levensmiddelen, heeft de capitan van Guadelupe geen ander antwoord dan dit: "Ik sterf van honger". Alle plantages zijn verwoest.
LEANDER. Neen, niemand zal ’er binnen. GRAVIN. ’k Zie, d’alderbeste wyn werkt reeds op uwe zinnen Zo wel, als op de geest uws Vaders. Gaat het zo, Pasjentie. Maar ik zweer, dat ik Jeronimo, En u, ja zelf uw vaâr die parten zal verleeren; ’k Zal tegen ’t Oxhooft, en myn Rechter protesteeren. LEANDER. Ja loop, dan zyn wy van uw zotterny bevreid. Geen zot is zotter, als een mensch die gaaren pleit.
Wanneer dit jaar verstreken is, gaan zy weder naar het graf; zy leggen aldaar de laatste offerhanden neder; zy zeggen den overledenen als nog vaar wel; vervolgens vieren zy een ander feest, en het zelve eindigt met een vrolyken dans, en lofzangen ter eere van den nabestaanden of vriend, die hen verlaten heeft.
En gij, mijn jongen, spoed u uit mijn oog; Gij zijt een balling; dralen moet gij niet. IJl tot de Gothen, zamel daar een leger; Hebt gij mij lief, ik denk, dat gij het doet, Zoo kus me en ga, want deze zaak wil spoed. LUCIUS. Vaar, Andronicus, eed'le vader, wel, Rampzaligst man, die ooit in Rome leefde!
De beelden, die daar zeegnende U omzweven, Zijn diep verwant aan 't innig zielenleven. Vaar moedig voort op zuivren toon te zingen! Vervolg uw weg in 't koele palmgeblaârt! Wat waereldsch is, kan 't harte niet bedwingen; Wat hemelsch is, stijgt vrolijk hemelwaart: De zoete droomen, die hier vroeg verstoven, Hervinden wij verwezendlijkt daar Boven!
GRAVIN. En als ik wouw? LEANDER. Door ’t venster. GRAVIN. Door de deur. LEANDER. Dat geef ik jou in vyven. GRAVIN. Ik zal’er in, al zou ik hier tot t’avond blyven. ORATYN, tegen Leander. Laat hy zyn best nou doen, ik heb hem ’t gaan belet. Bloed! ’k heb jou vaâr, myn Heer, in ’t onderhuis gezet, Dicht by de kelder. LEANDER. ’k Zeg noch eens, laat jou beleezen, Men ziet myn Vader niet.
Uw ridder, dien gij ontvaen wel wilt, zal zich van de zondige cotte om de zondige leden ontdoen en komen tot u op, om te stralen in de diamanten rusting, die gij mij biedt! Ysabele, die ik minne, vaar wel! Gwinebant, zoete knape, vaar wel! De engelen, zie, zij dalen omneder, om mijn ziele te ontvaen! Langzaam opende Gawein zijne armen... En liet hij Gwinebant en Ysabele los.
Melkboer: Hier verkoopt men room Zeer vroom En zoetemelk Voor elk. Pruikemaker: Hier maakt men pruiken om een ieder te gerieven, Van levend menschenhaar, niet van gehangen dieven. Schipper: Ik vaar ter zee op Gods genade, Dat God bewaart kan mij niet schaden; 't Zij dat ik uitvaar of wederkeere, Ik verwacht altijd de zegen des Heeren.
IZABEL. Noch minder. WOUTER. Lees ze reis. IZABEL. Neen, neen; daar schuilt wat achter. WOUTER. ’t Is van myn Heer... IZABEL. Vaar wel. WOUTER. Leander. IZABEL. Spreek wat zachter. ’t Is van myn Heer... WOUTER. Ja wel! ik heb me schier bedaan, Dat jy me hooren, en myn boodschap zoud verstaan. IZABEL. Verschoon me, ging ik in myn drift my wat te buiten. Ei, geef.
Dit gezegd hebbende, zong hy agter malkander, en met eene heldere stem, twee liederen, by het ééne van welke hy aan zyne naastbestaanden en vrienden vaar wel zeide, en by het andere aan zyne overledene vrienden berigtte, dat hy spoedig in het gelukkig verblyf, door hen bewoond, hun gezelschap zoude genieten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek