Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Toen ik den man uitgeleide deed naar de voordeur, vroeg hij mij, of ik reeds, ingevolge mijn belofte, hem de vriendschap gedaan had van met mijn vader over zijn dochter te spreken.

"Voorwaarts, marsch!" Daar stapten de dwergjes weer deftig twee aan de twee de kamer uit, precies zooals ze gekomen waren. Frits achter hen aan, de gang door, de voordeur uit en zoo naar buiten. Maar wat was dat? Gehinnik en getrappel van paarden! Ja, hoor, daar stonden de zeven veulens uit de vertelling klaar, om Frits en de dwergjes naar 't bal te brengen.

Er was geen bevel, waaraan ik met meer bereidwilligheid voldoen kon: ik kleedde mij, en eenige oogenblikken later waren wij allen aan het huis van Doedes, die ons aan de voordeur ontving. "Hoe is het met den lijder?" vroeg hem Reynszen.

Veertien dagen later verscheen Bijou op een morgen onverwachts aan de voordeur. Jaantje sloeg juist de vloermat uit en bleef een poosje met open mond en groote oogen den teruggekeerden vluchteling, die met den staart tusschen de beenen zich eensklaps voor haar vertoonde, aanstaren; toen liet ze de mat vallen, sloeg de handen ineen en uitte een doordringend: „Daar is ie!

Juist kwam Jans aan de voordeur, om melk te nemen, toen de veldwachter voorbij ging. "Hebben jelui hem al, van Buren?" riep de melkboer hem toe. "Nee," antwoordde de veldwachter, "maar je mag de voordeur wel dicht houden, Jans, want het is een gevaarlijk, brutaal sinjeur, en hij kon best eens binnen komen, als je hem zoo uitnoodigt." "Over wien heb je 't nou?" vroeg Jans.

Heur mans' hoed kuischte ze nog af, zijn halsdoek en een versche kiel schudde zij uit de vouwen. Als zijn brood en zijn vleesch was afgesneden, dekte zij het heerdvuur dicht en grendelde de voordeur.

Omtrent Paasch, op een morgen toen zij haar kind in de wieg had geleid, kwam zij bij Simon en Tamalone aan de voordeur staan. "Simon," zeide ze, "ik ga morgen naar Capraia." De twee vrienden zagen haar verbluft aan. "Alleen met het kind? Het is wel anderhalven dag van hier." "Als Tamalone mij niet brengen kan zal ik alleen gaan, maar ik zal rijden en er eerder zijn."

Nadat ze dan het raam en de voordeur had gesloten en buiten trad, werd het tusschen hen een stoeien in aanval en afweren over 't grasveld tot aan de heg, waar, eenmaal op den weg bij de open velden gekomen, hij uitbundig-blaffend vooruitstoof, in zijn vreugdevaart een zwerm vogels verschrikkend, die klapwiekend opvlogen uit de versche voren van een voor 't winterkoren omgeploegden akker.

Mijn goede moeder, die wat bijziende was, had mij niet herkend; en Suzanna zat met den rug naar mij toe. Ik had haar wel zien oprijzen; doch zij kwam niet aan het raam dan op hetzelfde oogenblik, waarin ik de voordeur intrad.

"Gauw beterschap, meid!" zei de Juffrouw, "je hebt hier altijd best opgepast....!" 't Was een koude dag, en in den sergen doek van haar moeder en nog een wollen doekje om van Ant, sjokte Sprotje, tusschen Ant en haar moeder in, op weg, naar huis. Juffrouw Jonkers keek haar even na; dan deed zij snel de voordeur dicht. Zij begreep, dat zij het kind in haar dienst niet weerom zou zien.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek