Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
"Een gedicht is een brok gevoelsleven der ziel, weêrgegeven in geluid... Dat toch de poëzie niet alleen ligt in de beteekenis der woorden, kan ieder dadelijk weten, als hij, b.v. in een vers van Goethe, Heine, Shelley, de woorden eenigszins anders rangschikt, als de dichter heeft gedaan.
Men heeft allerlei ervaringen die nooit tot een gedicht doen komen, maar een bijzondere aandoening die veel sterker is maar dat hoeft niet treft je zoo, dat al die andere van vroeger in je hart worden losgemaakt ... en dan komt het vers ... als een lied, niet van dat eene ding, maar van al die dingen te zamen.... Ja, hoe kwam ik daar ook weer toe, wat was het begin van dien zin....
De teksten kende Serëscha tamelijk goed, maar terwijl hij ze opzegde, viel zijn oog op het voorhoofdsbeen zijns vaders, dat van de wenkbrauwen zoo steil opsteeg; hierdoor kwam hij in de war en in plaats van het slot van een vers zeide hij het begin van een ander op. Dit woog bij den vader zwaar, omdat daaruit bleek, dat Serëscha zelf niet verstond wat hij zeide.
't Is net hier als in Frankrijk, waar men zich een Victor Hugo aan 't hoofd volstrekt niet meer stoort aan censuur of kadans. Ik las dezer dagen....... van onzen vriend H. Lieve Hemel, bijna geen bladzijde, waar ik niet een vers aantref, dat een voet te veel of te weinig heeft. Bij S. ad idem.
Zoo is ook zijn woordenkeus niet, zooals o.a. die van Poe, bepaald door een onverbiddelijke noodwendigheid, maar hij stelt zich wel eens tevreden met een ietwat retorische uitdrukking mits zij den stroom van vers en gedachte niet belemmert. Zijn woorden zijn druppels, die men niet een voor een, maar altijd in die strooming beschouwen moet.
Frits zei in 't geheel niets over het vers, maar bleef stil naar buiten zitten kijken, terwijl de anderen druk aan het praten gingen. Opeens echter stond hij op en zei: "Zouden we nu niet nog eens even een eind gaan loopen? Het is zoo mooi buiten nu en ik heb bepaald behoefte aan wat frissche lucht." "Ik blijf heusch liever thuis," zeiden grootmama en mevrouw d'Ablong tegelijk.
't Was zeker niet beter dat vers, als het niet slechter was. En verder, ik zie daar het oude vrouwtje, zoo moeielijk oprijzende van de houten bank, waarop voor haar eenig kleedingstuk is neergelegd, opstaan om den jongen man dien zij dominee noemt, haar zitplaats aan te bieden.
Maar wat er van zou zijn geworden, van mijn werk, als ik minder ruimte tot rustige overpeinzing en een zwakkere gezondheid had gehad, ik zou het niet durven zeggen.... En nu bedien ik mij nog wel hoofdzakelijk van een vorm, die zich wendt tot den enkeling. Een vers wordt door één lezer alleen óók genoten. Maar tot drama-schrijven zijn wij geen van allen ruim gekomen.
Met het aanspringen gaat men op dezelfde wijze voort, totdat men uit den klank van de stem van den haan kan afleiden, dat hij binnen het bereik van den geweerkogel is. Als men den Vogel ziet, haalt men den haan van het geweer over, legt aan gedurende het "voorspel," wacht kalm het volgende "vers" af en schiet.
'k Heb voor Suus een vers van vier bladzijden, zoo maar weg gemaakt." Niemand nog zei den armen Flitz een vleiend woord van zijn dichtstuk, zelfs Suze had nog niets dan een zacht: "Dankje voor je lieve attentie," kunnen of durven uitbrengen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek