Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
Laat men in Rome vertellen hoe Quintus Arrius, omringd door vijanden, met zijn schip in de diepte verzonk, zooals dat een Romeinschen tribuun betaamt. Hoor nu wat ik van u verlang. Als de galei een vijandelijke is, stoot mij dan van de plank in zee en verdrink mij. Hoort gij? Zweer mij dat gij het doen zult.
Beloof mij, dat gij doen zult wat ik vragen zal. Ik wacht uw antwoord. Beloof het mij. Edele Arrius, uwe woorden doen mij vermoeden, dat er iets zeer gewichtigs zal volgen. Zeg mij eerst wat gij verlangt. Zult gij het mij dan beloven? Ik kan mij vooruit tot niets verbinden. O tribuun, gezegend zij de God mijner vaderen! daar komt een galei. Uit welken hoek? Uit het noorden.
MARCUS. Titus, het rijk is u, zoodra gij 't vraagt. SATURNINUS. Eerzuchtige tribuun, kunt gij dit zeggen? TITUS. Kalm, Saturninus! SATURNINUS. Doet mij recht, Romeinen! Patriciërs, 't zwaard ontbloot en niet geborgen, Eer Saturninus Rome's keizer is. O, voert gij, Andronicus, eer ter helle, Dan dat ge mij de harten steelt van 't volk!
De scherpe blik van den tribuun ging alle rijen langs, totdat hij ten laatste op Nummer 60 bleef rusten. Deze roeier was nog zeer jong, zoo op het oog nauwelijks twintig jaar. Behalve een doek om de lenden was hij, evenals zijne lotgenooten, geheel naakt, waardoor zijne schoone vormen, zijn krachtig spierweefsel op hun voordeeligst uitkwamen.
Titus Andronicus, 't Romeinsche volk, welks echte en rechte vriend Gij steeds geweest zijt, zendt u hier door mij, Die als tribuun uit aller naam u toespreek, Dit opperkleed van vlekk'loos witte kleur, En kiest u, dat gij dingt naar 't keizerschap, Met dezen, zoons van de overleden keizer. Wees alzoo candidatus, sla dit om, En schenk aan 't hoofdloos Rome weer een hoofd.
In het geheimzinnige duister, dat het aanbreken der schemering voorafgaat, liep op het verdek der Astrea een wachter met haastigen stap naar het platform van den tribuun en wekte hem uit den slaap. Arrius sprong op, gordde zijn zwaard aan, zette zijn helm op, nam zijn schild en ging tot den hoofdman der mariniers. De zeeroovers zijn vlak bij.
Zijne oogen stonden helder en klaar, en de uitdrukking was meer nieuwsgierig dan uitdagend. Den onderzoekenden trotschen blik van den tribuun doorstond hij kalm, toonde geen spoor van haat of wraakgevoel, alleen diep gewortelde droefheid. Dientengevolge liet de tribuun zijn hoogen toon varen en sprak den slaaf vriendelijk toe: De hortator heeft mij gezegd dat gij de beste roeier zijt.
Ik zal u uwe vrijheid bezorgen en u aan uw volk en familie teruggeven; of wel, gij kunt u de loopbaan kiezen, die u het meest toelacht. Hebt gij mij begrepen? Volkomen. Welnu, beloof mij dan wat ik u vragen zal. Beloof het bij alle goden. Neen, edele tribuun, ik ben een Israëliet. Bij uw God dan, of doe het in den vorm, dien uwen geloofsgenooten de heiligste is.
Dat moet veranderd worden, maar niet dadelijk, want wij moeten dag en nacht door. Toen wendde hij zich tot den loods: Hoeveel jaren dienst hebt gij? Tweeëndertig. Welke zeeën hebt gij voornamelijk bevaren? Tusschen Rome en het oosten. Uitnemend. De tribuun zag zijn order nogmaals in. Onze weg gaat langs kaap Camponella, naar Messina.
Hij riep al zijne ondervinding met slaven te hulp. Als dit comediespel was, dan was de Jood een geboren acteur; maar was hij werkelijk onschuldig, met welk een blinde woede was men dan tegen hem te werk gegaan! Een gansche familie weggevaagd, om voor een ongeluk te boeten. Dat ging te ver. De tribuun was een zeer streng man; maar hij was ook rechtvaardig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek