Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Tholomyès was de oude, veeljarige student; hij was rijk; hij bezat vierduizend francs rente. Vierduizend francs is een schat, waarmede op den berg van St. Genoveva heel wat kan gedaan worden. Tholomyès was een losbol van dertig jaar, die zich slecht gehouden had. Hij had reeds rimpels, en had reeds tanden verloren; en spottend wees hij op zijn hoofd, dat al kaal begon te worden.
Zij arbeidde om te leven; daarna beminde zij insgelijks om te leven, want ook het hart heeft zijn honger. Zij beminde Tholomyès. Voor hem was 't eene minnarij; voor haar een hartstocht. De straten van het Quartier Latin, waarin het mierennest der studenten en grisetten wemelt, zagen het begin van dezen liefdedroom.
Deze Oscars heetten: de eene Felix Tholomyès, van Toulouse; de andere Listolier, van Cahors; de derde Fameuil, van Limoges; de laatste Blachevelle, van Montauban. Natuurlijk had ieder een minnares.
Wijs en wijsgeerig zijn, is verschillend; en het bewijs er van is, dat, de kleine ongeregeldheden in haar leefwijze er buiten gelaten, Favourite, Zephine en Dahlia wijsgeerige meisjes waren, en Fantine een wijs meisje was. Wijs! zal men zeggen, en Tholomyès? Salomo zou antwoorden, dat de liefde een deel der wijsheid uitmaakt.
Zoo mijnheer Felix Tholomyès in zijn provincie gebleven ware en Parijs nooit gezien had, zou hij een dier mannen geworden zijn. Waren zij rijker, men zou hen voorname lieden noemen; waren zij armer, men zou ze nietsdoeners heeten. Zij zijn eenvoudig leegloopers. En onder deze leegloopers, zijn vervelenden, verveelden, droomers en eenige grappenmakers.
"Tholomyès is toch een ongemeen mensch," zeiden de anderen eerbiedig. "Zie zijn pantalon! hoe forsch!" Fantine was de vroolijkheid zelve. Haar prachtige tanden hadden blijkbaar van God den last ontvangen, om te lachen. Zij droeg haar stroohoedje met lange fladderende witte kinbanden liever in de hand dan op het hoofd.
Wij zouden ons ten aanzien van Courfeyrac hierbij schier kunnen bepalen en, wat het overige aangaat, zeggen: voor Courfeyrac, zie Tholomyes. Courfeyrac had inderdaad dat jeugdig vuur, 't welk men de schoonheid der duivelsche geestigheid kan noemen.
Dit was niet geschikt om aan de improvisatie van Tholomyès een einde te maken, want hij dronk zijn glas uit, schonk het weder vol en begon opnieuw: "Weg met de wijsheid! Vergeet alles wat ik gezegd heb. Laat ons noch preutsch, noch sluw, noch dom zijn. Brengen wij aan de vroolijkheid een toast; laat ons vroolijk zijn.
Terwijl nu eenigen zongen, praatten de anderen luid door elkander; 't was een rumoer, waarvan men niets onderscheiden kon. Tholomyès kwam tusschenbeide, en zeide: "Laten we niet allen door elkander spreken en schreeuwen; en niet zoo wild. Laten we nadenken, zoo wij met genoegen willen gehoord worden. Te veel improvisatie put den geest uit en maakt dom. Loopend bier schuimt niet.
Maar Courfeyrac was een braaf jongeling. Onder de schijnbare overeenkomst van oppervlakkig verstand, was het onderscheid tusschen Tholomyes en hem zeer groot. In beiden school de man, bij dezen echter geheel anders dan bij genen. In Tholomyes een pleitbezorger, in Courfeyrac een dolend ridder. Enjolras was het hoofd, Combeferre de gids, Courfeyrac het centrum.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek