Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 oktober 2025


Op dit oogenblik treedt mijne tante binnen, die het toilet van mijn oom volmaakt, door hem een grooten, schoonen linnen zakdoek met breede zoomen aan te bieden. Gij hebt lang gemerkt dat zij een neepjes-mutsje draagt. Zij heeft van avond het beste op, met een net wit satijn lintje met tandjes; het heugt mij hoe ik mijn grootmoeder zulke lintjes op haar verjaardag gaf!

O knagende sekse, uw lieve kleine tandjes zijn te verzot op suiker. Luistert: de suiker is een zout, en elk zout verdroogt. De suiker is het meest verdrogend van alle zouten. Het zuigt uit de aderen de vluchtigste deelen van het bloed, zoodat het verdikt en ten laatste verstijft; daardoor ontstaan knobbels in de longen en deze veroorzaken den dood. Eet daarom geen suiker en ge zult leven!

O, hij is heelemaal niet bang voor den vreemden chawadja. Trouwens, de chawadja heeft koekjes en bonbons meegebracht. Een tafeltje bij het raam met het mooie uitzicht op Jeruzalem. En dan koffie, koekjes en bonbons. Waarom zou de kleine Daoud den chawadja vreezen? Hij heeft een stemmetje als muziek. En hij zegt woordjes als bloemen. Hij lacht met witte tandjes achter roode lipjes.

Nu, myn Heer en Juffrouw, ik wenschje evenwel van harten zegen; och, myn Heer Edeling, je krygt zulk een lief meisje; ze het ouwe Pieternel nooit een onvertogen woord gegeven, 't was een lief hartje van een kind, en ik was ook zo mal met haar, dat, als zy tandjes kreeg, of zo, ik my tot water huilde; niet waar, myn Heer Blankaart?"

Doop er uw roode lipjes in, en dan zal ik den beker ledigen. SALOME: Ik ben niet dorstig, Tetrarch. HERODES: Hoort gij hoe uw dochter mij antwoordt? HERODIAS: Ik vind dat zij groot gelijk heeft. Waarom ziet gij haar voortdurend aan? HERODES: Brengt mij vruchten. Ik zie gaarne den beet uwer tandjes in een vrucht. Bijt een klein stukje uit deze vrucht, en dan zal ik eten wat overschiet.

Ze luisterde al niet meer, sloeg 'r armen om z'n hals, perste zich tegen 'm an om 'r scha in te halen van den heelen avond. En weer in 't zwijgend donker, hield-ie zijn mond op den hare, behijgde-ie 'r tandvleesch, 'r tandjes, 'r tong, drong 'r buik tegen 'm op, voelde-die de vleeschlijn van 'r beenen, 't beven van 'r borsten. Toen, bang voor 'r hartstocht, 'r toomeloosheid, liet-ie 'r los.

De geest van den God Kojin huist in den enoki-boom aan dien God zijn alle oude kinderpoppen gewijd. De Wonderbaarlijke Kastanje. Prinses Hinako-Nai-Shinno verzocht, dat haar kastanjes zouden worden voorgezet; maar zij nam er slechts één, beet daarop en wierp die weg. Deze schoot wortel, en op alle kastanjes, die later daaruit voortkwamen, stonden de afdrukken van de kleine tandjes der Prinses.

Bovendien komen iets verder naar achteren in iedere helft van elke kaak een reeks van zeer kleine tandjes voor, die ook wel in één kaak of in beide kaken geheel kunnen ontbreken; hun aantal schijnt afwisselend te zijn; zij blijven steeds in het tandvleesch verborgen. Bij de jonge dieren zijn zij duidelijker zichtbaar.

Hoe eenvoudig, hoe ongekunsteld, en toch hoe zuiver rhythmisch en klanktooverend doen verder ook onze balspelliedjes, zoo ruim verspreid. Uit Zwolle werden mij deze twee typen meegedeeld: 1. Zwart Willemijntje Zat achter 't gordijntje; Wat deed ze daar? Zij kamde het haar, Zij poetste de tandjes, Zij waschte de handjes, Zij stak ze in de zij, Zij knielde er bij, Zij stond weer op, In éene galop.

Ze lachte hem uit. Ze liet d'r witte tandjes zien, ginnegapte, maar als hij een beweging maakte, was ze weg. Hij werd er wrevelig onder. Waarom dee ze zoo mal? Die bakvisch. Eindelijk, den zesden dag, toen ze wat dichter bij kwam, in de eene hand de koffie, in de andere het bordje met brood, zoende hij d'r geniepig, onverwacht. Ze werd vuurrood van woede. De koffie viel om, plaste op den grond.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek