Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


In de rechten studeeren, nu, dat was althans deftig genoeg naar hun zin; veel jongelui, die kamers hadden in den Temple, maakten een goed figuur in de eerste kringen, en reden rond in karretjes, die 't bekijken waard waren. Maar ik voelde niets voor de rechten, zelfs niet voor die weinig diepgaande studie van de wet, die mijn familie op het oog had en goedkeurde.

Ik moet later voor mezelf zorgen." "Ik ook," zei Go eenvoudig. "Maar je kunt toch niet altijd werken, zonder ophouden, en dan lijkt dit me juist zoo'n uitstekende ontspanning: ontwikkelend, gezellig...." "Nou, zet gezellig maar voorop. Ontwikkeling zul-je hier niet veel halen. De meeste meisjes studeeren zoo weinig ernstig. 't Is maar 'n pretje, 'n afleiding.

"Als je studeeren wilt," zei hij; "ik heb een mooie portie boeken; en is er wat nieuws uitgekomen van Bulwer of zoo iemand, breng het voor mijn rekening mee; maar vooral een beste editie!"

Maar dat was minder, zeiden de monniken. Niet met studeeren, maar met bedelen werd het klooster gediend. Voor den jongen man, wiens grootste genot was om over zijn boeken te zitten, was dit wel het ergste. Maar met hart en ziel onderwierp hij zich aan alles, wat men hem oplegde, meenende dat hij daardoor aan God behagen en Zijn gunst verdienen zou.

Nadat ik dus vier jaren bij dien Londenschen dokter was geweest, had ik zooveel geld opgespaard, dat ik nog twee en een half jaar naar de Hoogeschool te Leiden kon gaan om daar in de medicijnen te studeeren. Ik vond het heerlijk, dat ik dat kon doen want ik begreep wel, dat ik dit alles, wat ik daar leerde later heel goed op mijne reis zou kunnen gebruiken.

De huisheer van den vreemdeling zeide, dat hij niet wist, wie het huis aan den overkant gehuurd had; men zag er geen menschen, en wat de muziek betrof, het kwam hem voor, dat deze verschrikkelijk vervelend was. «Het was, alsof daar iemand een stuk zat in te studeeren, dat hij toch niet goed kon uitvoeren: altijd hetzelfde stuk. ««Ik speel het toch goed!»» denkt hij zeker; maar hij doet het nooit goed, hoe lang hij ook speelt

"O, wat dat betreft in 't minst niet; ik ben er lang over heen. Maar wat zal ik u zeggen, mijne geschiedenis is die van menig ander jongmensch van goede afkomst die in de diepte raakt. Ik heb twaalf ambachten gehad en de traditioneele dertien ongelukken zijn mij evenmin ontgaan; ja, ik geloof zelfs, als ik goed telde, dat er nog wel een half dozijntje boven dat getal bij gekomen zijn. Mogelijk klinkt het wat apocrief uit mijn mond als ik het zelf zeg; maar mijn vader is de eerste oorzaak van alles. Gecontrarieerd in de keuze van een beroep, gecontrarieerd in een jeugdige liefde waarin ik mijn geluk had kunnen vinden, was de fine fleur van mijn levenslust er al af, toen ik naar Leiden ging om daar in de rechten te studeeren. Ik had den vurigsten wensch om officier te worden en had mij met ijver voor het examen aan de militaire academie voorbereid; maar mijn vader hield rancune tegen die instelling, hetzij hij gepasseerd was toen deze werd opgericht, hetzij om de reden die hij opgaf: dat hij zelf als cadet in werkelijken dienst was getreden en van gevoelen was dat men alleen op die wijze jonge officieren moest vormen. Zijn zoon althans zou hij niet naar Breda zenden; die moest studeeren, die moest carrière maken! Hm ja! ik heb ook carrière gemaakt," herhaalde hij met een bitteren glimlach: "j'ai fait du chemin zooals de Franschen zeggen, wijd en wild. Ik studeerde voor 't pleizier van papa, ik wilde er mijn pleizier ook van hebben; bij gebrek aan geluk, aan zelfvoldoening, zoekt men genot. Papa wilde dat ik een goed figuur zou maken op de academie, en schonk er mij ruim de middelen voor. Ik had mijn rijpaard en mijn tilbury; ik wierp mij in den wildsten en woeligsten studentenkring; ik maakte enorm veel schulden en zeer weinig dictaten; toch bezocht ik enkele colleges; er waren vakken die mij aantrokken, en ik was niet zonder aanleg; ik zou er nog wel toe gekomen zijn om te promoveeren op theses, maar papa had intusschen processen gevoerd tegen tante Roselaer en verloren; hij kon of hij wilde mij althans niet toestaan het kostbaar leven aan de academie voort te zetten. Van een gesjeesden student is niet veel te maken; toch wist de majoor von Zwenken door zijne relaties mij een post te bezorgen, en nota bene nog wel een comptable! onder belofte intusschen dat ik eene riche héritière zou trouwen, die mij werd aangewezen; maar het was eene overrijpe freule met een rooden neus, en ik liet haar links liggen, tot groote ergernis van mijn heer vader, die verklaarde van toen aan niets meer met mij te doen te willen hebben. Ik had niet het minste hart voor mijn post; geregeld werken, geregeld uren lang op het bureau blijven convenieerde mij niet na het woelige leven dat ik geleid had. Ik vond een geschikten klerk, een ouden bureaucraat, die al twintig jaren op dezelfde plek had gezeten zonder zich dood te zitten; ik meende alles gerust aan hem te kunnen overlaten en ik vond vrienden en kennissen genoeg, om mij wat afleiding te bezorgen. Ieder hield ons voor rijk, de post was maar een eerste stap om en-train te komen, dacht men, en zoo ging het

Aan Schönkopfs tafel verschijnt geregeld een zekere Behrisch: lange, magere sinjeur met scherpe trekken en wel-verzorgde kleedij; gouverneur van een paar jeugdige graven, die te Leipzig studeeren.

Ook wachtte ik mij wel het haar voor te stellen, want zij zou het om mijnentwille hebben aangenomen; en zwak en teergevoelig als zij was, kon het haar dood zijn geweest. Zij verbeeldde zich dat ik toch wel kon blijven studeeren; zij wilde zoo graag heel zuinig zijn voor mij, en ik had immers nooit zulke groote sommen noodig gehad. Dat was waar.

De professor vroeg soms de onverwachtste dingen en 't was zoo naar, als je zeggen moest, dat je 't niet opgezocht hadt. Zacht haar stoel achteruit-schuivend stond ze op, gleed de mat over, langs de gloeiende kachel; daar links stonden de boeken voor geographie, geloofde ze. Ach, 't was zoo moeilijk 'n beetje den weg te leeren kennen, 'n beetje te begrijpen, hoe je studeeren moet.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek