Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
"Dan moet je daar niet beter verwachten, bij al dat slecht volk dat daar is." "Die zijn toch zoo kwaad niet als ze wel denken." "En dan moest er toch maar eens een ongeluk gebeuren...." "Als ik hier uit een boom val, breek ik mijn nek even goed! Wil je een appel hebben! Ze zijn nog wel wat groen." Hare oogen straalden: "Met plezier." "Hier zoo, voor den dorst, en omdat jij 't ben."
Af en toe hield zij even op met naaien en zat een oogenblik doodstil en roerloos, luisterend, de oogen strak, een glimlach op de lippen. Maar zij hoorde niets daarbinnen, geen woord, geen zoen. Zou hij haar zelfs niet eens een zoen geven? Zij dacht daar even over na en glimlachte, en warmer werd de frissche kleur over haar zachte wangen, terwijl haar oogen oolijk straalden....
Tom staarde met verbazing en ontzag op het verheven geduld van het gelaat; de oogen vol lijden en hemelsch medelijden straalden tot in zijn hart; zijne ziel ontwaakte, terwijl hij overstelpt van aandoening, de handen uitstrekte en op de knieën zonk; toen veranderde langzamerhand de verschijning: de scherpe doornen werden tot stralen eener glorie; met onuitsprekelijken luister zag hij datzelfde gelaat medelijdend naar hem nederbuigen, en hoorde hij eene stem zeggen: "Die overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten in mijnen troon, gelijk als Ik overwonnen heb en ben gezeten met mijnen Vader in Zijnen troon."
Daar stonden de paarden, en wij stegen op. Ook de wagen met Janik en Anka was voor de deur. Het weinige, dat zij hadden, lag achter hen, en hun gezichten straalden van vreugd. Wij rijden eerst naar de plaats, waar de paarden verborgen zijn geweest, en komen u dan achterna! riep ik ze toe. De knecht, die er ons zou brengen, stond gereed.
Zijne oogen straalden van voldoening, en de hand uitstekend zeide hij: 't Is wat moois! Hij zei dat ik hier een Jood zou vinden, en dat ik den goden een dienst zou bewijzen, als ik dien Jood doodde. Wie zei dat, Thor? vraagde Ben-Hur, de aangeboden hand schuddende. Hij, Messala. Wanneer? Gisteravond. En ik dacht dat hij zwaar gewond was?
De natuur had hem alles geschonken, wat een jeugdig hart op twintigjarigen leeftijd zou kunnen wenschen. Van onder de blauwe en witte banden, waarmede zijne tiara omwonden was, kwamen dichte, goudgele haren in weelderige lokken te voorschijn. Uit zijne helderblauwe oogen straalden levenslust, goedheid en dapperheid, ja vermetelheid.
En terwijl de vluchtelingen daar naar keken en toch niet zonder angst er over spraken, ging ook vóór hen uit, in het verschiet, een breede stralenbundel op, die dwars over den hemel veegde. Dat was het zoeklicht van het vaderlandsche leger! Zij hadden het licht van den vijand gezien en straalden tegen, als antwoord.
Zij antwoordde niet, doch hij zag aan de wijze, waarop zij plotseling het hoofd oprichtte, flink en onvervaard, hoe bevrijd zij zich voelde. En toen hij haar blik opving, moest hij onwillekeurig de hand over zijn oogen strijken, zooals men dat doet voor een al te sterk zonlicht. Zóó straalden en lichtten haar blikken, zóó glinsterde en schitterde ook alles om haar heen.
Maar alles, wat er aan was, schitterde en glinsterde als goud en zilver en kristal en edele steenen. Lampen waren er niet; maar dat was ook niet noodig. Elk blad van de boomen leek zelf wel een lampje en 't was, of er honderden lichtjes straalden uit stammen en takken.
Betooverend schoon kwam het slot te voorschijn, als 't ware overstroomd door den rooden gloed der ondergaande zon; de verlichte vensters straalden den jongen man daar beneden tegen, even helder en zonnig als de droomen der toekomst, die zich in zijn hart hadden ontwikkeld. "Het moet hier weder anders worden," zeide hij, "het moet; ik wil het." Hij keerde zich om en volgde zijn zuster.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek