Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Marie boog zich, vatte een lelie bij haar taaien, lijmerigen stengel en trok, en trok tot zij de bloem met een zeer langen steel uit het kroos ophief. Daar, daar zijn er veel! riep Jan, verderop wijzende.
't Was geen jonkvrouw, waar ge op staardet, 't Was geen maagd, waarom gij zuchttet: 't Was de Leeuwentand der weide. Daarop zaagt gij heel den zomer Met dat zielsverlangen neder, En gij bliest haar met uw zuchten Van den stengel af in vlokken O, bedrogen Shawondasee!
In het algemeen moet men trachten het Kartelblad zoo veel mogelijk uit te roeijen, wat men het best zal verkrijgen door aan het land een zoo veel doenlijk drooge ligging te geven. Door hoogen ouderdom wordt de stengel hard, dat bij het maaijen van het gras last geeft en welligt met den naam van ijzer horde of horte in verband staat. In Groningen wordt deze plant Bittertong genaamd.
Onder den breeden stroohoed wuifde het haar, dansend op den lentewind. Ze draaide een bloem in de handen. Den stengel had ze stuk geknepen. Donker liep hij naast haar. Zijn rotting veerde aan tegen de grintsteentjes, die voortstoven als raketten. "Lize"... "Nee... Nee... Zeg niks meer." "'k Wou"... "Nee, nee, Frans." "Begrijp je dan niet"... "Ik bid je... hou op!" Hij zweeg.
En dat die bloem niets is buiten de koestering der zon, want in de koude verschrompelt haar blad; en geen geur ademt ze u tegen. Hulpeloozer, armer, naakter dan die schijnbaar zoo rijke, geurige bloem is er niet. Neem de lucht en het licht en de warmte en den dauw weg, en niets dan verdorring en verflensing blijft aan den stengel.
Men haalt van de stelen het buitenste dunne schilletje af en snijdt ze aan stukken, waarop men ze, bijna zonder water fijnkookt en er dan eijerdoijers en suiker doorstooft. Eindelijk zijn de bloemknoppen, vóór dat de stengel opschiedt, zeer goed om als bloemkool te koken en met saus te eten. Zuurkool.
Toch konden al haar gedachten niet wegnemen, het gevoel van verlatenheid, dat in haar nog gesloten kelk opwelde. Ze kon niets doen om de madeliefjes vriendelijker te stemmen, en hen te overtuigen, dat ze niet anders wilde zijn dan zij, maar 't wel mòèst zijn. Ze kende zichzelve nog niet. Ze had zichzelve natuurlijk nooit zien staan: hoog boven haar omgeving uitstekende; rood onder de witten, en met dien rechten, dikken stengel zoo trotsch lijkende. Daarom begreep ze ook niet, waarom men haar zoo boos aanzag. Ze vond de madeliefjes hard en slecht; en begreep d
Het beeld door hem geschetst vinde hier een plaats. Het jonge onschuldige meisje vergelijkt hij bij een helderen dauwdrop op een rozeblad. Een wreede hand rukt ruw aan den stengel en het dauwdropje valt op den grond. Nog ligt het daar vreemd aan zijne omgeving, onvermengd met het slijk om zich heen.
Terwijl dezen op hun banken zaten en leerden, zat het madeliefje op zijn kleinen, groenen stengel en leerde ook van de warme zon en van alles in den omtrek, hoe goed God is; en het beviel het bloempje goed, dat de kleine leeuwerik alles, wat het in stilte gevoelde, zoo duidelijk en schoon zong.
Heb medelijden met dijne arme zuster, neem ze van haren stengel, dat zij u nimmer verlate! HET MEISJE: zij plukt de bloem en steekt ze op hare borst. Blijf op mijne borst, lieve bloeme, en moges du lang zoo frisch en zoo bekorend prijken.... Maar, wat onbekend vuur zinkt er in mijnen boezem!... Roze, dijne doornen wonden mij! HET BEEKJE, waaruit de duivel spreekt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek