United States or Saint Vincent and the Grenadines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ruim was de holle berg, een eindelooze spelonk gelijk en de dag, door de nauwe spleten, scheen niet meer dan, hier en daar, een ster.... En, destijds, in deze duistere, bleek doorlichte, labyrinth-achtige caveerne, had hij het serpent gezien, de vreeslijke draak, met hare vier jongen en hij had eerst den vier jongen strijd geleverd als kronkelende hellelarven hadden de drieste slangen om hem heen gekronkeld met de staarten en met de vlerken geflapperd. Gringolette had hen gruwzaam vertrapt, terwijl Gaweins zwaard naar links en rechts had gestoken, hun de breede pooten afbouwende, hun het vlijmende staal in de vlammende sulfer spuwende muilen stekende. Tot zij als een bloedig doorkloofd kluwen van afgrijselijke monsterlijkheid lagen levenloos in het nest, in hun laatsten fosforglans, die doofde met den dood en de moederdraak, blazende, was aangeschoven en aangeslopen door de donkere gangen, van buiten, waar zij voedsel en aas was gaan voor hare jongen halen. Het felle moederserpent, vier spuwende en verstikkende vlam, was over Gawein, in het duistere hol, neêr gevlogen, en had hem aangegrepen met klauwen en tanden, hem met den langen staart omkronkeld, terwijl hare wijde vlerken als van een duivel op stonden met de klapperende scherpe schermen. Gawein, in hare doodsomhelzing, was gegleden van zijn ros en Gringolette gevlucht, bonzende tegen de grottige muren, zich een uitgang zoekende en, omwrongen in des serpenten staartgekronkel, had Gawein eerst met zijn zwaard en, toen hem dit uit de hand viel, met zijn goede misericorde, zijn breeden dolk, steke na steke toegebracht, tot het gebeeste eindelijk dood lag en uit honderd wonden het heet ziedende bloed sproeieren deed over Gawein.... En nu wachtte Gawein af, tot wederom...? Waarom niet? Waarom zoû op nieuw niet een drakemoeder haar helsche kroost hebben gebaard in de caveerne; waarom zoû het op nieuw niet gaan gloren van fosfor, waarom zouden op nieuw niet de strijden worden gestreden? En Gawein, van Gringolette afgestegen, en het ros leidende aan den breidel, spiedde uit, langzaam voort gaande vol voorzichtigheid of niet plotseling.... Tot hij langs de sombere gangen van den hollen berg aan een wijdener holte kwam en zich herinnerde en zelfs z

Een oogenblik later roept Antony verschrikt uit: "Mon Dieu, wat scheelt u?" want de Engelschman leunt zwaar tegen hem aan en brengt met moeite uit: "Een een kogel moet door mijn kuras heen zijn gedrongen!" Als de schilder het staal heeft afgerukt, ziet hij, dat dit werkelijk het geval is, ofschoon de woonde niet diep blijkt te zijn.

De volkogels der Fransche garde vernielen het; geheele colonnes met paarden, voertuigen en bagage zinken onder een hartverscheurend gegil in de diepte weg. Slechts enkelen ontkomen. Keizer Frans verzoekt een wapenstilstand, maar Napoleon wil er niet van hooren. Over twee dagen zal hij den vorst ontvangen aan de voorposten; tot zoolang zal hij den vijand met het staal in de ribben doen vervolgen.

Onder andere gebood zij hem: dat men de borsten van al de Vlaamse zeugen afsnijden en al haar biggen met het zwaard doorspeten zou, en dat men de honden van Vlaanderen zou doodslaan; de honden van Vlaanderen waren de dappere mannen, die met het staal in de vuist voor het Vaderland strijden zouden.

Toen is hij aan boord gekomen en bracht een hart mede daar staal en vuur in zat!" "Je sprak wel eens met hem, is 't niet?" "Jawel, Ammiraal!" "En nooit iets opgemerkt?" "Nee, Ammiraal, en ja, toch wel wat!" "Nu, wat dan?" "Dat hij zulk eene fijne stem heeft en geen baard kan krijgen!" "Ei-ei!" "Ja, en daarom noemden wij hem wel eens uit gekheid: "Jaantje" of "Adriana"!"

Wijl 't geluid kolkt in 't rond, Daal, daal! Als het hert trekt een hond, Als den bliksem de damp, Als een vlinder de lamp, Wanhoop dood, liefde zorgen, Tijd beî, heden morgen, Als de geest van den steen doet gehoorzamen 't staal, Daal, daal! Door het grijs leeg ravijn, Daal, daal!

Noot: Zooeven heeft een tweede »lolletje« plaats gehad in Carré. Men amuseerde zich uitbundiglijk. Den schenkers der benoodigde gelden dank, ook namens Maupie Staal, eenen zanger van indécente coupletten, en den exploitant der buffetten. ~Krijgsmanszangen IV.~ Mijn Schietgeweer.

Bij ieder dezer lichamen blonk een schitterende ster, in voege dat de zode in een hemelwelfsel scheen te zijn herschapen; duizenden lichtende punten waren, als met volle handen, erover gestrooid: deze sterren waren niets anders dan de bijlen in welkers glad staal het weinige licht des nachts zich spiegelde.

Zijn Kerstvertelling, in 1842 geschreven, is een heel karakteristiek staal van zijn eigenaardige kunst. Er is de echt-Engelsche, op het ijzingwekkende gerichte, verbeelding; de bizarre humor; de sterke gevoeligheid en de humanitaire strekking in, die de vier grond-elementen van zijn werk vormen. In zijn soort is het compleet en ook door hem zelf niet overtroffen.

De vennooten begonnen met schop, spade en pikhouweel zoo eenvoudig mogelijk een zeker gedeelte aarde los te maken. Toen dat klaar was, klom een hunner op den rand der mijn en heesch met een ijzeren kabel de emmers naar boven, die de andere met grond vulde. Die grond werd vervolgens met eene kar naar de hut van Thomas Staal vervoerd.