Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
De vierde zijde, ten noorden van het plein, was geheel ingenomen door geestelijke gebouwen, zijnde ten eerste de schoone kerk van St-Donaas, welker hooge, vierkante toren omringd was met twee breede, gekanteelde gaanderijen, opdat men ook van daar den vijand mocht bevechten, indien de Burg eenen aanval af te weren had ; dan het klooster St-Donaas met de huizen der kanunniken en de slaapsteden en eetzalen der broeders en eindelijk het hof der proostdij, dat door Bertulf, proost van St-Donaas en erfkanselier van Vlaanderen, werd bewoond.
Na den proost van St-Donaas, bood de abt van het klooster Ten Eeckhout zich aan om den graaf hulde te bewijzen en zijne goedwilligheid voor dit belangrijk gesticht in te roepen.
Arnulf wilde naar niets luisteren en weigerde zich naar de gevangenis te laten leiden. Maar nu beklom de proost van St-Donaas de stelling, naderde den vertoornden Kerel en zeide aan zijn oor: "Volg den kastelein naar het Gijselhuis, Arnulf. Doet gij het niet, gij brengt waarschijnlijk de vrijheid van gansch Kerlingaland in gevaar.
"Ik dank u voor uwe genegenheid", zeide Segher Wulf, minzaam lachende, "maar gij zult het mij vergeven, mijn goede Disdir, indien ik niet langer met u kan kouten. Ik ben slechts gisterenavond van den zeekant teruggekeerd en moet onmiddellijk bij den proost van St-Donaas eene gewichtige boodschap gaan vervullen.
Ik heb reeds vijf of zes wapenlieden er naartoe gezonden; maar zij hebben geenen overste. Ik zal uwen oom Hacket verzoeken er u nog anderen te sturen. Welhaast zal de gansche bevolking van Brugge te been zijn. De menigte zal uit nieuwsgierigheid naar St-Donaas komen gestroomd.
Deze kon goed schrijven en, daar hij op den hoek van den Maalberg woonde, was het hem gemakkelijk, zonder door den vijand gezien te worden, pijlen met brieven tegen den hoogen muur van St-Donaas te schieten, en van deze pijlen kon geen enkele zijn doel missen of verloren gaan, dewijl zij onfeilbaar op het kerkhof moesten vallen.
Haast gemaakt dus, en geene overbodige woorden." "Maar de zaak van het feestmaal is verloren. Wat gaan wij doen?" vroeg iemand. "Ik heb tijd gehad, om alles te overwegen", antwoordde de man met de zware stem. "Ziehier mijne meening. Wij moeten ons eerste ontwerp hervatten. Karel van Denemarken, zijt des zeker, gaat alle dagen ter vroegmis in de bovenkerk van St-Donaas.
Zie, Dakerlia, de dubbele poort van het kerkje kan men openen. Hierbinnen, op eene soort van altaar, staat een zilveren doosje. Wist gij, lieve, wat het bevat, het geschenk zou honderdmaal meer prijs nog in uwe oogen hebben...." "Welnu? Een heiligdom?" "Ja, een vingerbeen van den grooten heiligen Donaas, patroon van Brugge." "Dank, dank zij den heer proost! St-Donaas zal ons beschermen!"
Wij hebben nu geenen tijd ons daarmede lang bezig te houden. Al deze gevangene stel ik insgelijks onder de bewaking van den proost van St-Donaas. Hij blijft jegens ons en jegens den graaf van Vlaanderen borg, dat geene hunner zonder mijn bevel uit de proostdij zal gaan ."
Toen ik hem zeide dat mijn oude gezel niemand anders was dan de proost van St-Donaas te Brugge, deinsde de Kerel met eene grijns van gramschap en misprijzen terug en mompelde: "Een Erembald, een moordenaar, een verrader van Kerlingaland!" Door goede woorden wekte ik zijn medelijden op en bracht hem tot bedaren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek