Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


De eersten begroef men op het kleine kerkhof nevens St-Donaas; de anderen verzorgde men in het klooster. De avond was reeds gevallen, toen men de dooden ter aarde besteld en alles op de wallen tot de afwering van eenen nieuwen stormloop had in gereedheid gebracht.

"Zijn de Kerels van Vlaanderen wel ooit dienstbaar geweest?" "Maar wat slag van volk is dit dan, en van waar zijn ze hier te lande gekomen?" "Daarover zou de oude Littra, een geleerd kanunnik van St-Donaas te Brugge, u beter dan ik bescheid kunnen geven," antwoordde de graaf. "Hij weet uit de oude kronieken wat er in vroegere eeuwen is geschied.

Dit gejuich deed den proost van St-Donaas en eenigen zijner vrienden, die met groote bekommerdheid in de proostdij den loop der zaak afwachtten, buiten komen. Met teekens van blijdschap liep de kastelein tot hen en vertelde hun hoe deze erge zaak gelukkig was afgeloopen.

Zij liep tot de draagbaar, staarde bleek en bevend op het levenloos gelaat haars vaders, slaakte eenen grievenden noodkreet en viel zonder gevoel achterover in de armen van Robrecht en van den proost van St-Donaas.

Deze jonge ridder was den dag te voren aan zijne wonde bezweken, en zou den anderen morgen op het kerkhof van St-Donaas ter aarde worden besteld.

Bertulf, de proost van St-Donaas, stond op het binnenplein van den burg en wandelde daar langzaam over en weder, in gepeinzen starende op hetgeen rondom hem geschiedde. Er heerschte eene koortsige bedrijvigheid op het plein. Honderden arbeiders krielden er dooreen; men hoorde er den bevelroep der oversten, den zang der werkers, het gekrijsch der katrollen den zweepslag der voerlieden.

Hij zal moeten wachten totdat wij de Kerels, die nog op den burg zijn, geheel hebben overwonnen." "Wel hoe? Men heeft mij daar, op het plein, gezegd, dat gij den burg na eene hevige bestorming hebt ingenomen!" "Inderdaad, mher Baudewijn, maar wij krijgen hem niet geheel. De Kerels bezetten op den burg nog de proostdij, het klooster en de kerk van St-Donaas."

Ook luisterden de aanwezigen met overspannen aandacht en veler hart popelde van vrees of van ongeduldige verwachting, totdat eindelijk een zegevierende lach op de aangezichten der Tancmars verscheen en de oude proost van St-Donaas, met eenen kreet van angst en medelijden, zijnen neef omhelsde en hem, bij al wat hem duurbaar was, bezwoer zijne verontwaardiging te bedwingen.

Wanneer dus een twintigtal zware kisten en pakken aan den voet van den muur lagen, riep de proost Bertulf, dat daarin de geheele schat des graven was besloten. Ten bewijze der waarheid zijner woorden liet hij allerhaast een perkament nederzakken, waarop eene lijst, door 's graven rekenmeester onderteekend, de voorwerpen aanwees welke hij den proost van St-Donaas had ter hand gesteld.

"Mijn oom, de proost van St-Donaas, zegt, dat men hem ten onrechte zulks ten laste legt. Hij heeft integendeel de Kerels bij den graaf verdedigd." "Maar, Witta, jonkver Van Woumen moest trouwen met Ghijselbrecht Tancmar, den rusteloozen vijand der Erembalds?" "Van dit huwelijk is er geen spraak meer." "Het is gelijk: Placida is geene Kerlinne; het bloed der verdrukkers vloeit in hare aderen."

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek