Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Deze vermetele worden ontrukten al den ridders eenen kreet van verontwaardiging; het gelaat des graven was versomberd door eene uitdrukking van beklemden toorn. Bertulf, de proost van St-Donaas, die het gevaar merkte, stond op en naderde tot zijnen neef, met wien hij in stilte eenige haastige en driftige woorden wisselde. Burchard keerde onwillig naar zijne plaats op de bank terug.

Nu antwoordde Eggard op eene bemerking van Dakerlia: "Ja, jonkver Wulf, het is zoo, men heeft gisteren nog op bet kerkhof van St-Donaas eenen pijl gevonden met eenen brief waarin men ons, namens den graaf Willem Van Loo, tot standvastigheid aanmoedigt en ons laat weten dat het Kerlenleger welhaast naar Brugge zal komen om ons te verlossen.

De verwaande Kerels en hunne aanleiders de Erembalds, die door hunne dreigende houding onzen goeden vorst nog dieper hoonen, moeten insgelijks worden gestraft Het zal niemand der heeren ontsnapt zijn, hoe de moordenaar hardnekkig weigerde het gebod van onzen heer graaf te gehoorzamen en hoe een enkel woord door den proost van St-Donaas aan zijn oor gesproken, hem gedwee maakte als een lam.

"Maar Arnulf", bemerkte zij op dit oogenblik, "de graaf laat zich zoolang wachten; zijt gij zeker dat hij voor den middag nog zal komen?" "Gansch zeker, Strena", was het antwoord. "Gij hebt wel gezien dat de proost en de kanunniken van St-Donaas, met de ridders en met schepenen van Brugge, door de Steenstraat hem zijn te gemoet gegaan?" "Het is meer dan een uur geleden, Arnulf.

Bewijst hem ten minste de eer die men allen dooden schuldig is." De priesters schenen verwonderd over deze taal. "Ach, mher Sneloghe, wij durven niet", antwoordde de kanunnik Ludgard, die hem een vriend was. "De moordenaars hebben gedreigd de kerk van St-Donaas te verdelgen, indien wij het lichaam van graaf Karel eenige eer bewijzen.

Robrecht begon dus zijne rede: "Gezellen, velen uwer weten dat ik nauw vermaagdschapt ben met den kastelein van Brugge en den proost van St-Donaas. Zij zijn mijne ooms. Ik huldig hier in het openbaar hunne oprechte en vurige verkleefdheid aan de belangen van Kerlingaland; maar, hoe het mij ook leed doe, in de gewichtige zaak waarover wij beraadslagen, kan ik hun niet terzijde blijven.

Deze overtuiging trof hen met zulken diepen angst, dat zij in den eerste geene acht op des ridders woorden gaven; maar dewijl hij zijne beschuldiging meer dan eens herhaalde, ontvlamden zij in toorn en riepen hem toe: "De lafaard, de verrader zijt gij, valsche ridder, die den moord des graven hebt bevolen, en dan den onschuldigen proost van St-Donaas hebt doen martelen en ons zonder hulp hebt gelaten, om de wereld te doen gelooven dat gij vreemd waart aan de misdaad!

In den eerste wisten de schildwachten op den toren niet wat deze plechtigheid te beduiden had; maar toen de zingende priesters met hun gevolg over de Markt kwamen en de Hofstraat insloegen, twijfelden zij niet meer, of hun doel moest zijn het lijk van Karel van Denemarken uit St-Donaas weg te halen en het op niet ontwijde aarde en in eene betere grafstede te leggen.

"Hij komt hulp vragen tegen uwe mannen, die in de kapelle het doode lichaam van vorst Karel hoonen en mijne priesters smaad aandoen", antwoordde de proost toornig. "Ik zal niet langer dulden dat de kerk van St-Donaas zoo wraakroepend worde ontheiligd!" "Is het anders niet?" schertste Burchard, zijnen zilveren hoorn aangrijpende.

Hij deed kennen dat de proost van St-Donaas in dien zin pogingen bij het hof had begonnen, en hij eindigde met het voorstel, hier slechts een voorwaardelijk besluit te nemen en de wapens niet op te vatten voordat men zeker ware van de mislukking aller min geweldige middelen. Deze vreedzame redevoering werd met een hevig gemor van afkeuring begroet. "Altijd dezelfde vrouwentaal!" riep Burchard.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek