Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Ter rechterzijde verhief zich een even groot doch min prachtig huis, dat men den Steen heete en waarin de kastelein van Brugge, dit is de bevelhebber en bewaarder van den Burg, zijn verblijf had. Daarnevens, met den achtergevel naar de Markt, stond het Gijselhuis, dat tot gevangenis diende.

"Die is in het Gijselhuis en bewaart daar den schatmeester Frumold en andere hofbedienden des graven, die Burchard aan onze wacht heeft toevertrouwd." "Oom, ik heb bevolen dat men het lijk des graven wassche en het op eene baar legge.

Frumold verliet de zaal en zocht naar den kastelein Hacket. Hij vond hem onder de Loove, met de kommervolle oogen naar het gijselhuis gericht, waar eene gansche schaar Kerels, hetzij staande, hetzij ten gronde zittende, afwachtte wat men in het paleis aangaande hunnen gevangen vriend zou beslissen. "Heer kastelein", sprak hij, "gelief mij te volgen; ik heb u iets belangrijks mede te deelen."

Hij riep vijf of zes wapenmannen tot zich en richtte zich naar het Gijselhuis waar hij, om de onrustige Kerels te stillen, verplicht was hun te zeggen dat hun vriend waarschijnlijk binnen een half uur zijne vrijheid zou terugbekomen. Deze aankondiging werd door een algemeen gejuich van blijdschap begroet.

Arnulf wilde naar niets luisteren en weigerde zich naar de gevangenis te laten leiden. Maar nu beklom de proost van St-Donaas de stelling, naderde den vertoornden Kerel en zeide aan zijn oor: "Volg den kastelein naar het Gijselhuis, Arnulf. Doet gij het niet, gij brengt waarschijnlijk de vrijheid van gansch Kerlingaland in gevaar.

"Wilt gij zwijgen of oogenblikkelijk deze kapelle verlaten?" vroeg hem mher Sneloghe. De poorter toonde zich nog onwillig. Op een teeken van Robrecht grepen de beide wapenlieden te gelijk hem aan en rukten hem naar de deur, ondanks zijnen tegenstand. "Weigert hij den burg te verlaten, men voere hem naar het Gijselhuis in den kerker!" riep Robrecht.

Het duurde niet zeer lang of een vreugdekreet ontsnapte hem; want hij zag den kastelein met den Kerel uit het Gijselhuis komen. De laatste moest dus toegestemd hebben tot het afsmeeken van des graven vergiffenis. Al de verzamelde Kerels vergezelden hunnen makker tot voor de Loove, en begroetten hem en moedigden hem aan totdat hij onder de poort van het paleis verdween.

Hadde ik mijnen broeder niet gewroken, ik ware als lafaard onteerd gebleven Iedereen moet mij prijzen omdat ik mijnen plicht heb gedaan." "Ha, dit zullen wij zien!" kreet graaf Karel, over zooveel stoutheid verbaasd. "Kastelein, men leide dien man naar het Gijselhuis op den Burg. Hij blijve gevangen totdat wij zijn vonnis hebben uitgesproken."

Karel zelf was nog verslonden in spijtige gepeinzen en reed over de markt en door de Hofstraat, zonder schijnbaar acht te geven op hetgeen rondom hem geschiedde. Zoo kwam de stoet op den Burg. Hier stonden voor het Gijselhuis misschien tweehonderd Kerels, waar tusschen ook eenige vrouwen en kinderen.

De wapenknechten traden op het middenplein van den burg, en terwijl zij zich daar langs de Loove en het Gijselhuis in een vierkant schikten, stapte uit hun midden een bazuinblazer met eenen wapenbode vooruit. Deze riep den Kerels toe dat hun een wapenstilstand tot het einde van den dag werd voorgesteld, opdat zij zouden kunnen aanhooren wat de veldheer door zijne zaakgelastigden hun wilde zeggen.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek