Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
De heer Noël moest de tusschenkomst inroepen van den engelschen gezant te Athene, die van den minister eene gunstige beschikking wist te verkrijgen; maar toen de bestemde dag kwam, verbood de burgemeester van het dorp, in het geheim, den pachters, hunne schoven bij den heer Noël te brengen om ze te laten dorschen, en liet des nachts een der wielen van het werktuig stelen.
Zij heeft geleerd dat stelen en moorden niet goed is, en wanneer een leeraar of oudere bloedverwant tot het jonge kind, dat reeds deze ondervinding heeft opgedaan, zegt: "Gij moet niet stelen, niet liegen, niet moorden," zal deze ziel, die op aarde teruggekeerd is met de ondervinding die zij heeft opgedaan, deze leering kunnen beantwoorden en zeggen: "Ja, het is waar, ik moet niet stelen, niet liegen, niet moorden, ik zie in dat dit alles verkeerd is."
"Wie van jullie," vraagt Tom, "durft er op aan, dien boer zijne geit af te stelen, nog voordat hij 't bosch uit is, en dat wel zonder ook maar 't minste geweld te gebruiken?" "Ik niet," zegt de oudste dief. "En ik niet!" roepen de anderen. "Kom aan," zegt Tom, "ik ben de meester, ik zal jullie je eerste lesje geven!"
Hij trok den tweede, derde en vierde in het schijnsel van het vuur, en schreeuwde toen als razend: "Dood! gescalpeerd, alle vier! En de Roodhuiden zijn weg! Waarheen?" "Indianen, Indianen!" werd er op dat oogenblik geroepen van den kant, waar de paarden gestaan hadden. "Te wapen! naar de paarden!" brulde de kornel. "Wij zijn overrompeld. Ze willen onze paarden stelen!"
De Gaucho die dit alles vertelde, zeide, dat hij dit schouwspel in vredestijd gezien had, en dat hij en anderen gewoon waren te wachten tot de Indianen hunne hielen hadden gelicht, om dan de offeranden van Walleechu te stelen. De Gauchos denken, dat de Indianen den boom als den God zelven beschouwen; maar het schijnt veel aannemelijker, dat zij hem voor het altaar aanzien.
Stubberud is altijd gevoelig op dat punt. Als men van den wolf praat, ziet men den staart. Op dat oogenblik treedt Hansen binnen met een zweep in de hand. "Wat," zeg ik, "nieuwe zweepen?" "Ja," antwoordt hij, "die met drie stelen, die ik heb gemaakt, zullen het, vrees ik, niet lang uithouden. Hier is er een, waarin ik het volle vertrouwen heb." "Die ziet er goed uit, werkelijk.
Ik ging voor je uit stelen, toen ik een kind was, niet half zoo oud als hij!« wijzend op Oliver. »Ik ben in hetzelfde vak geweest en in denzelfden dienst twaalf jaar lang. Weet je dat niet? Zeg op! Weet je dat niet?« »Nou ja....« zei de Jood met een poging haar te kalmeeren, »al is dat nou zoo, je hebt er je kost mee verdiend!«
"Zie je nou, buurman?" hernam de metselaarsvrouw: "daar is hij al zelf: ja, ik had zoo mis niet gezien. Het spijt mij maar, dat ik kwaad van hem gesproken heb: als hij het gehoord heeft, zou hij wel eens uit wraak mijn kippen stelen."
Wantrouwig keken zij hem aan. Was hij een landgenoot of wat was hij? Hij sprak niet de gewone taal der streek; zijn uitspraak had een vreemden klank, evenals die van het kleine meisje. Waren dat wellicht lui die Rikiki wilden stelen, omdat hij zooveel geld waard was?
"Mijne heeren, zei hij, het glas beeft mij in de hand bij zooveel sympathie die mij betuigd is geworden... Ik kan het niet zoo met stadhuiswoorden zeggen, maar 't komt uit mijn hart, onze stad heeft onafhankelijke mannen noodig om te strijden tegen bazars en cooperatieven, tegen Tietz en bakkerijen die het brood stelen uit den mond van den neringdoende!...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek