United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


De langste der beide straten van Reikiavik loopt evenwijdig met den oever; daar wonen de kooplieden en winkeliers in hutten van roode op elkander gestapelde balken; de andere straat, meer westelijk gelegen, loopt naar een meertje, tusschen de huizen van den bisschop en andere geen neringdoende personen.

Zij staan in allerlei opzicht tot de rots- en bergvolken van Spanje, als de Vlamingen en Batavieren tot de Duitschers. Zij zijn, hun oorsprong uit eene haven getrouw men zou den naam Portugeezen in havenlieden kunnen vertalen groote schippers en handelaars geweest. Zij hebben dien ten gevolge ook meer het burgerlijke en neringdoende element in zich opgenomen, dan de ridderlijke Spanjaarden.

In dat werk worden dan ook de namen opgenoemd van eenige bedryven, of liever de toenamen van eenige neringdoende burgers van het oude Delft, allen op man uitgaande, en welke toenamen tegenwoordig nog als geslachtsnamen onder ons in gebruik zijn.

Na de kwijning der kunst in het midden der 18e eeuw brak te Dordrecht in de daaropvolgende het eerst een nieuw tijdperk der kunstgeschiedenis voor Nederland aan en werd de Merwedestad weer "een paradijs der const". De oude liefde herleefde; de aristocratie en de rijke kooplieden legden weder kabinetten aan; de neringdoende burgers wenschten weder schilderijen te bezitten.

Het was hun klaarblijkend dat de toejuichingen op des konings baan werden aangeheven door wapenknechten, schalken en mindere lieden, waartusschen slechts weinige poorters zich bevonden. De groote meerderheid der welhebbende of der neringdoende Bruggelingen hield zich stil langs de huizen, en bepaalde hare betuiging bij eenen eerbiedigen groet.

En waarheen zouden zy gereeder uitwyken dan naar de naburige noordelike Nederlanden, waar de herformde kerk heerschte, en waar men die verdrevenen, die veelal welgestelde, neringdoende en nyvere burgers waren, geerne eene gastvrye ontfangst bereidde!

Of anderszins, toen handel en nyverheid, dus ook bloei en welvaart in de 17de eeu vooral uit vele nederrijnsche plaatsen weken, ook al ten gevolge van den uittocht der neringdoende Herformden naar de Nederlanden, toen trokken ook de Joden uit, om hier een neringryker oord te vinden.

"Mijne heeren, zei hij, het glas beeft mij in de hand bij zooveel sympathie die mij betuigd is geworden... Ik kan het niet zoo met stadhuiswoorden zeggen, maar 't komt uit mijn hart, onze stad heeft onafhankelijke mannen noodig om te strijden tegen bazars en cooperatieven, tegen Tietz en bakkerijen die het brood stelen uit den mond van den neringdoende!...