United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Is het vreemd, dat ik nog tegen hem den despoot speel?" "Neen! maar nu gij dat zelve toch zoo inziet...."

"Speel maar," zei Jean Valjean. Alzoo verliep de dag. Cosette, zonder zich te vermoeien om hier iets van te begrijpen, was bij de pop en bij dezen goeden man onbeschrijfelijk gelukkig. EEN DUBBEL ONGELUK MAAKT

"Wees blij, dat ik mee wil doen, jij die 't zoo graag speelt," zei Bernard. "Waarom," vroeg André, "als je 't liever niet doet, kijk dan toe, dan speel ik alleen met Edward; die houd er ook wel van,.... ?.... zeg?...." "Jawel," zei Edward kalmpjes, "ik mag 't wel." "Och zanik niet," bromde Bernard, "je zult zien, dat ik 't nog win ten slotte." Toevallig was 't zoo, hij won 't eerste rondje.

Men behandelde haar als een jongejuffrouw; hare moeder wilde volstrekt een dame van haar maken, en ik had den moed niet iets anders te wenschen, zoo allerliefst zag de kleine Marie er uit in haar met fraaie linten versierde, zijden rokjes. Marie zat nog altijd op mijn schouders. "Mama, mama", riep zij, "kom toch eens kijken; ik speel paardje". Babet, die juist binnentrad, glimlachte.

Ook het spelen van twee wedstrijden op één dag dat hier plaats vindt, is afkeurenswaardig en dient zooveel mogelijk te worden tegengegaan. Ik zelf speel bijv. liever een onderlinge partij, dan een wedstrijd. Wat nog den speeltijd betreft, kan de tegenwoordig bestaande, wel gehandhaafd blijven bij de gewone oefeningen ten minste voor ouderen.

Komt, komt, dat nu een elk volijv'rig zij Voor dit onthaal, dat gruw'lijker moog' blijken En bloediger dan der Centauren feest. Vlug, draagt hen binnen; ik speel nu voor kok, Opdat zij klaar zijn, als hun moeder komt. Aldaar. Een open gebouw in Titus' tuin. Lucius, Marcus en Gothen komen op, met Aaron als gevangene. Er staat een tafel gereed voor een feestmaal.

"Waarmee? Als ik 't kan, gaarne, dat weet u wel." "Aanstaanden Maandag over acht dagen hebben wij een groote uitvoering van Polyhymnia; doe mij het pleizier en speel één nommer, bij voorbeeld deze burlesque." "Twee, als ge wilt, beste vriend! Maar zal dokter Abels 't goedvinden?" "Waarom niet? En bovendien, je kunt het hem immers vragen...."

Cosette zette Kaatje op een stoel, ging voor haar op den grond zitten en bleef haar stil, zonder te spreken, vol bewondering aanschouwen. "Speel nu, Cosette," zei de vreemdeling. "O, ik speel," antwoordde het kind. Deze vreemdeling, deze onbekende, die als een bezoek der Voorzienigheid aan Cosette geleek, was op dit oogenblik voor vrouw Thénardier het meest gehate voorwerp.

Ben je daar wel heel zeker van, Dorian? Heel zeker. Dan is het een illuzie. De dingen, waar je zoo heel zeker van bent zijn nooit waar. Dat is het noodlottige van Geloof en de canon van het Romantisme. Wat ben je ernstig! Dat moet je niet zijn. Wat hebben jij of ik te maken met het bijgeloof van onze eeuw! Neen, wij gelooven immers niet meer aan een ziel. Speel eens wat.

"Ja, speel wat, mijn lieve!" sprak nu ook de overste, die van de gansche woordenwisseling slechts het laatste gehoord had, en wien het aangenaam zou zijn, hierdoor de pijnlijke spanning tusschen hem en de oude dame te kunnen verbergen. "Op dat instrument dáár?" vroeg zij. "Neen, dáárop kan ik niet spelen; ik mag die rammelende tonen zelfs niet gaarne hooren.