United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


In plaats van de bezoeken op het middaguur waren er op de lange herfstavonden vertrouwelijke, langdurige gesprekken gekomen in de schemering bij het schijnsel van den kachel. Mevrouw Wenche placht heen en weer om de tafel te loopen; hij zat op de sofa in het roode kachellicht.

Rolf zou dien nacht met Francis blijven waken; ik voerde Rudolf weg; de forsche man wankelde op zijne voeten, ik moest hem steunen. Toen wij mijne kamer bereikt hadden, viel hij als een verslagene op de sofa neer! "'t Is gedaan, ik had niets beters te hopen noch te wachten, niets beters verdiend ook!" en hij schreide als een kind.

Want dat er iets gebeurd is, dat weet ik nu. Als zij in tijds teruggekomen was, zou zij gered zijn geloof je dat ook niet?" Hij keerde zich om en zeide langzaam: "Niet zooals de verhouding toen was." Zij had het kind in de wieg gelegd keek nog even of het wel sliep en ging toen op de sofa naast oom Frans zitten. "Vertel me wat van haar. Leg me alles eens uit," zeide zei. Hij knikte.

In de schemeruren, als de lantaarns hun lichtstralen in de kleine kamer wierpen, zaten zij samen op de oude sofa van oom Frans dicht ineengestrengeld, wang tegen wang, doordrongen van het gevoel, dat zij nu slechts elkaar hadden. Meestal vertelde zij dan van vader en met zijn vaste kindergeheugen vulde hij dan aan met "Weet je nog wel toen?" En "toen?"

Zij kwam zijn kamer binnen, ging in zijn sofa zitten en zei: "Nu kom ik!" Wat ter wereld moest hij toch beginnen? welken toon moest hij aanslaan? voor den drommel! hoe moest hij de zaak aanpakken? Mooi was ze! ze was prachtig, zooals ze daar op zijn sofa zat, bleek en wat verwaaid; maar wat hielp dat? en dan die wonderlijke plechtige manier van doen.

Donderdag, den 15den Juli tegen den avond kwamen wij te Reval aan; ternauwernood staan wij stil, of er wordt getikt tegen het raampje van den wagen. Een der hollandsche kameraden, een paar dagen voor mij uit Moskou vertrokken, knikt mij lachend toe. »Nog hier?« »Ja, er gaat geen boot voor morgen. Gaat u met mij mee? Er is nog plaats in het hotel«. Het vooruitzicht, om na een reis van 48 uur een warm bad te kunnen nemen en in een »echt bed« te slapen, lokt mij wel aan. Ik neem afscheid van mijn reisgenooten, die er de voorkeur aan geven in den wagen te overnachten, en ga mee. Maar het hotel, waar mijn kameraad mij heen brengt, maakt een zoo afschuwelijken indruk op mij, dat ik direkt spijt krijg, niet te zijn gebleven waar ik was. Het water, wat uit de kraan in het bad stroomt, is vuil donkergeel en de kamer...... beter niet rond te kijken! Niet naar den vloer en niet naar de sofa en de smerige antimakassars op de stoelen en vooral, neen vooral niet naar de muren! Beter maar gauw in bed te kruipen oppassen dat de deken niet tegen je gezicht komt en gauw je oogen dicht te doen. Ach, het was in Moskou nu ook niet precies, wat een ouderwetsche hollandsche huisvrouw onberispelijk netjes noemt. Het water uit de leiding was vaak zandig; arme russische genooten, het gebrek aan materiaal en technici neep ook op dit punt; een groot aantal buizen en pijpen waren defekt en men kon ze niet repareeren; de ingenieur op de roode kommandantenschool zei me, dat van de 13 millioen per etmaal opgepompte emmers water er 6

Maar hoe dringender hij smeekte, des te dieper boog zij het eens zoo fier opgeheven, nu zoo diep vernederd hoofd; zij boog zich zoover voorover, dat zij van de sofa aan zijn voeten neergleed en snikkend fluisterde zij: "Vergeef mij!" Zij gevoelde zich zoo schuldig en misdadig, dat haar niets overbleef, dan zich te vernederen en om vergeving te bidden.

Zij keerde zich om en ging langzaam naar de deur; alles draaide voor hare oogen; zij hoorde nog de stem van tante toen viel de deur achter haar dicht. Zij wankelde de trap op, maar moest zich aan de leuning vasthouden; eindelijk, eindelijk was zij boven, op haar kamertje en viel op de sofa neer.

Het vertrek werd nu door een binnengebrachte lamp verlicht; alle hem zoo wel bekende voorwerpen, die zich daarin bevonden, werden nu zichtbaar; het gewei van een koningshert, de boekenplank, de kachel, die lang gerepareerd had moeten worden, de sofa en daarvoor de groote tafel met een opengeslagen boek, een gebroken aschbeker en daarnaast een door hem zelf beschreven schrijfboek.

Nu was zij alleen, zij kon zich vrij door dien storm van smart laten meêslieren, zij behoefde niet al haar geestkracht bijeen te zamelen om zich glimlachend en vriendelijk te houden tegenover de wereld, en zij viel ook met een snik van wanhoop op haar knieën neêr voor de Perzische sofa en begroef haar kloppend hoofdje in het goudborduursel der weeke kussens.