Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Bij overvloedige voeding kan het gebeuren, dat bij de vorming van een nieuw gewei den toestand van zes-ender en van tien-ender overgesprongen wordt; nog veelvuldiger echter komt het voor, dat in een nieuw gewei het vorige aantal spitsen herhaald wordt, en even dikwijls keert het terug tot een geringer aantal.

Het groote hert had dit gezien, het deed een zijsprong, en Juliaan schoot zijn laatsten pijl er op af. Die raakte het in 't voorhoofd, en bleef daar steken. Het groote hert scheen dit niet te voelen; het stapte over de doode hinde en het bokje heen en naderde hem steeds dichter met gebukt gewei, om zich op hem te werpen en hem het lichaam open te rijten. Door angst bevangen deinsde Juliaan terug.

Ha! kon ik U perelen naar mijnen zin, vliegen alleen zouden uw gezelschap nog wezen. Terwijl hij daaraan dacht, zag hij eene bende herten voorbijrennen. Er waren er groote en oude, die hun gewei met negen takken fier in de lucht bewogen. Jonge reebokjes, die hunne schildknapen zijn, trappelden met hen en schenen bereid hun met hunne scherpe horens ter hulp te komen.

Het afwerpen zelf geschiedt ten gevolge van de zwaarte van het gewei; een geringe schok van buiten geeft er dikwijls aanleiding toe. Hoogst zelden worden de beide stangen tegelijk afgeworpen; in den regel verloopt er tusschen het loslaten van de eene en van de andere stang een tijdruimte van verschillenden duur, die soms eenige weinige minuten, soms verscheidene dagen omvat.

Ieder van de genoemde krommingen behoudt gedurende alle volgende ontwikkelingstijdperken van het gewei denzelfden stand ten opzichte van de spitsen, maar neemt telkens in duidelijkheid toe. Intusschen ondergaat de oogspits eenige niet minder opmerkelijke veranderingen.

De lengte van een middelmatig groot, mannelijk Hert bedraagt 1.8 M., de lengte van den staart 30 cM., de hoogte van het gewei 30 cM. en de lengte van elke hoofdstang, volgens de kromming gemeten, ongeveer 50 cM. In de schoft is zulk een Hert 1 M. hoog. Het aanmerkelijk kleinere wijfje wordt slechts 1.3 M. lang en niet meer dan 80 cM. hoog.

Meer dan twintig op normale wijze ontwikkelde spitsen komen aan een gewei vermoedelijk zeer zelden voor; achtien-enders ziet men reeds in iedere matig groote verzameling; onder de levende Herten zijn zestien-enders ook thans nog geen zeldzaamheid.

Zij kunnen als de gevaarlijkste vijanden van dit weerbare wild aangemerkt worden; de Wolven en Beren daarentegen mogen wel voorzichtig zijn, want de Elanden kunnen, zelfs wanneer zij geen gewei hebben, met goed gevolg voor hun verdediging gebruik maken van de harde en scherpe hoeven der voorpooten.

Seffens wierd hij achtervolgd van boeren met schuppen en rieken gewapend maar hij was hen te vlug en sprong met sierlijk wippen, het gewei naar achter en de dunne pooten in brug, lijk men ziet op oude tapijten, over slooten en beken, rende door een overstroomden beemd en verdween langs den kant der zon in een ander boomenrijk gedeelte.

Natuurlijk, omdat het groot-wild in dezelfde richting geloopen is. Onmogelijk, dat een hoog wild dat zou hebben gedaan. De breuk aan de takken is geregeld op dezelfde hoogte en juist zoo hoog als een ruiter reikt. De breuk is hooger dan een ree of het gewei van een hert reikt. En bovendien loopt het spoor van den Miridiet altijd van rechts naar links, van het eene gebroken takje naar het andere.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek