Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Een derde knievormige bocht ontstaat bij den veertien-ender, een vierde bij den twintig-ender, telkens in hoogere gedeelten van de kroon. Bij al deze veranderingen blijft de spits van de hoofdstang steeds naar binnen gericht.
De hoofdstang heeft in den beginne slechts één enkele, gelijkmatige en zwakke kromming. Bij den zes-ender heeft zij een knievormige bocht naar achteren gekregen tegenover de plaats, waar de middelspits ontspringt. Een tweede knievormige bocht krijgt zij bij den twaalf-ender aan den voet van de hier driespitsige kroon.
De lengte van een middelmatig groot, mannelijk Hert bedraagt 1.8 M., de lengte van den staart 30 cM., de hoogte van het gewei 30 cM. en de lengte van elke hoofdstang, volgens de kromming gemeten, ongeveer 50 cM. In de schoft is zulk een Hert 1 M. hoog. Het aanmerkelijk kleinere wijfje wordt slechts 1.3 M. lang en niet meer dan 80 cM. hoog.
De hoek, dien de oogspits met de hoofdstang maakt, is aanvankelijk scherp, maar neemt allengs in grootte toe; bij den tien-ender is hij reeds stomp geworden. Soortgelijke veranderingen ondergaan de middelspits, de ijsspits en de kroon.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek