Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


"Maar wat schuld hebt gij aan den moord des graven, Robrecht?" "Ach, ik heb er den gansenen nacht wakende aan gedroomd", zuchtte mher Sneloghe. "Wat schuld, Ludgard? Is de moordenaar Burchard niet van het bloed der Erembalds, evenals ik? Is het daarom niet dat de proost, dat de kastelein en ik gedwongen zijn hem te verdedigen? De bloedplicht maakt ons verantwoordelijk voor zijne daden...."

Zij deed eenen stap terug; want op een bevel van Disdir Vos hadden de wapenknechten mher Sneloghe bij den schouder gegrepen en stuwden hem nu over het plein voort. Dakerlia ging nevens hem, en wanneer hij een treurigen blik tot haar richtte, hief zij hare vochtige oogen met eene genster van begeestering ten hemel, als om het vrije vaderland der zielen aan te wijzen.

Burchard handelt op bevel van graaf Willem; hij is zijn gunsteling en hij zal den graaf laten weten wie in deze gewichtige omstandigheid hem bewijzen van verkleefdheid gaven." Mher Sneloghe glimlachte met misprijzen. "Gij begrijpt", ging Disdir met vleiend aandringen voort, "dat vele leenen der Isegrims zullen verbeurd worden.

Daar Robrecht Sneloghe en eenige anderen zich tegen dit opzet verklaarden en beweerden dat het beter was, volgens de gebruiken der Kerk den nacht in gebeden voor de ziel van den doode door te brengen, besliste men, dat elkeen te dier gelegenheid zou handelen volgens zijn geloof en volgens de inspraak van zijn geweten.

"Denk toch niet, mher Sneloghe", zeide hij, "dat ik juich over den ellendigen dood van graaf Karel; maar, al weende ik nu ook in mijn binnenste over het bloedig voorval, wat zou het er aan helpen? Is onze plicht niet ons te wapenen tegen onze vijanden, die op de stad Brugge en op Kerlingaland het verlies van den graaf zullen willen wreken?

Akelig en doodsch was het hier als in een graf; slechts nu en dan werd de stilte door eenen pijnlijken snik der treurende vrouwen onderbroken. Mher Sneloghe naderde tot het altaar en blikte lang met stommen schrik op het lijk van vorst Karel, dat daar nog in zijn bloed lag uitgestrekt, zooals het onder den slag van Burchards zwaard was neergestort .

Zijne gedachten, die hij zeer onduidelijk voordroeg, kwamen hierop uit, dat men zich wel in allerhaast ten oorlog hoefde te bereiden, doch niet nalaten mocht het middel tot verzoening te beproeven dat door den vorigen spreker was aangeduid. De vergadering hoorde zijne rede met onverschilligheid aan. "Mher Robrecht Sneloghe van Houthem mag spreken" riep de Voorman.

Voor de poort der Loove trok Disdir Vos zijn zwaard en meende zich als overste aan het hoofd van een gedeelte der wacht te stellen; maar zijn plaatsvervanger zeide hem dat het gerechtshof reeds sedert eenigen tijd was vergaderd en de koning zelf daar zooeven mher Gerhard Van Audenaarde met eenige wapenknechten had gezonden om den gevangen Robrecht Sneloghe voor de rechtbank te brengen.

Toen jonkver Sneloghe haren arm van den hals harer vriendin terugtrok, rolden twee dikke tranen, als glinsterende parelen, op Dakerlia's wangen. "Welk kommervol gepeins schiet u dus eensklaps door den geest?" vroeg Robrecht verwonderd. "Welk kommervol gepeins?" herhaalde de maagd met eenen blik, die straalde van blijdschap. "Neen, neen, het zijn tranen van dankbaarheid.

Anders wordt gij morgen, voor den middag, naar het Zand gesleurd en zal uw hoofd, ten aanzien der menigte, van het bloedige kapblok rollen. Nu, Dakerlia, wilt gij niets doen voor uw eigen behoud, heb toch deernis met uwe arme vriendin. Eed haar van den ijselijken marteldood door eene kleine opoffering. Zoolang Robrecht Sneloghe leefde, kon ik uwe weigering begrijpen.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek