Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juni 2025


Het was aan de angstige gezichten duidelijk te zien, dat de tooverkracht der Sibaoe's boven allen twijfel verheven was. Hoofdschuddend zei Kees eindelijk: »Ik kan dat verhaal niet gelooven. Er zijn geen menschen, die kunnen vliegen. Ik denk, dat de man, die dit verhaal het eerst heeft verteld, het maar heeft verzonnen. Hij wilde de schande ontgaan, dat hij den dood zijns vaders niet had gewroken."

»Maar u ziet toch zelf, dat de Sibaoe's op onverklaarbare wijze in dit land komen. Daar moet toch tooverij achter schuilen." »Onverklaarbaar is het tot dusverre zeker; maar van die tooverij geloof ik geen zier. Mijn gevoelen is, dat de Sibaoe's een geheimen doortocht door 't gebergte kennen; een weg, die heel wat gemakkelijker is dan die, welken wij gevolgd hebben." Marti zweeg.

Zoo wist hij zich ten slotte te bedwingen en bleef onbeweeglijk de wacht houden. Hij wist, dat er veel, ja, dat zijn leven op het spel stond. Het was waar: de Kenjaoe's hadden veel voordeelen aan hun zijde. Maar het was ook waar, dat de Sibaoe's ervaren strijders en geduchte vijanden waren. Ook Marti was vervuld van ernstige overpeinzingen.

»Je bazelt, man!" riep Kees driftig. »Neen, heer, ik heb alles goed gezien. In het kreupelhout kon men duidelijk zien, dat de Sibaoe's daar gestaan en geloopen hadden. Maar er was geen spoor van den verderen weg." »Dan hebben ze je bedrogen en hun spoor onherkenbaar gemaakt. De Sibaoe's zijn slimmer dan de Kenjaoe's. Ze hebben jelui als vrouwen om den tuin geleid."

»Onze mannen hebben zeker deze vijanden gesneld," zei een der Dajaks lachend. »Het zullen gewonden of zieken zijn geweest, die onderweg bezweken zijn," meende een ander. Later bleek, dat de vooruitgezonden verkenners deze lijken al zonder hoofd hadden gevonden. Vermoedelijk hadden de Sibaoe's zelf de koppen meegenomen, opdat ze niet in 's vijands handen zouden vallen.

»En tòch moet er in 't Noorden een weg zijn; anders is het onmogelijk, dat de Sibaoe's daar langs komen," zei Kees gemelijk. »Er is geen weg, heer," zei de oude Dajak. »Ik zelf ben daar wel geweest om te jagen; maar overal stuit men op ontoegankelijke bergwanden." »En de toegangsweg naar het Oosten?" vroeg Kees gejaagd.

Allen waren bezield met een onwankelbaar vertrouwen op den goeden afloop. Een der strijders werd als verkenner langs het pad vooruit gezonden, om tijdig te kunnen waarschuwen. Hij mocht bij het terugkeeren niet blijven stilstaan bij de hinderlaag; maar moest doorloopen in de richting van Tapang, om de opstelling niet te verraden, indien de Sibaoe's hem vlak op de hielen volgden.

»Laat ons hier het hout onderzoeken!" zei Kees terwijl hij het bosch betrad. Slechts zeer enkele Dajaks volgden hem. De meesten bleven beangst en schuw op eenigen afstand staan wachten. In het hout vond Kees de drie andere mannen, die de verklaringen van hun makker geheel bevestigden. »Wijs me de plek, waar ge de Sibaoe's het laatst gezien hebt."

Ik ben er zeker van, dat ik daar bij de Sibaoe's goede zaken kan doen. Juist die oorlogszuchtige stammen hebben gaarne amuletten." »Welnu dan, afgesproken. Je gaat mee. Maar op voorwaarde, dat ge een deel der levensmiddelen voor me draagt. We zullen veel rijst moeten meenemen en dragers kunnen we hier moeilijk krijgen." »Ja, heer, ik zal als drager dienst doen.

»Maar als je nu vlucht, dan zullen ze toch ook de huizen verbranden, de ladangs verwoesten en de varkens dooden of stelen," zei Kees. »Ja heer, dat zullen ze zeker doen!" antwoordde Petinggi Datoek met een zucht. »Waarom roep je dan niet liever alle mannen bijeen en tracht ze te verslaan?" »Wij kunnen niet vechten tegen de Sibaoe's, heer.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek