Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


"Wel heb ik van m'n leven, dat's Ali Baba!" riep Scrooge verrukt uit. "'t Is die goeie, echte, ouwe Ali Baba! Ja, ja, ik ken hem nog wel! Eens met Kersttijd, toen dat eenzame kind daar heelemaal aan zichzelf was overgelaten, kwam hij werkelijk voor het eerst, net als nu. Arme jongen! En Valentijn," zeide Scrooge, "en zijn wilde broeder Orson; daar gaan ze!

Ook is het een feit, dat Scrooge hem voor oogen gehad had zoolang hij daar woonde, en dat Scrooge al even weinig had van wat men verbeeldingskracht noemt, als eenig koopman in de City van Londen, zelfs hieronder begrijpend wat een stout woord is den raad, de schepenen en de gildebroeders.

Op een keer en van al de goede dagen van het jaar nog wel op den avond vóór Kerstmis was oude Scrooge druk bezig in zijn kantoor. Het was koud, naargeestig, nijpend weder: en daarbij mistig: en hij kon de menschen buiten op de plaats blazend op en neder hooren loopen, hunne armen kruiselings over de borst slaand, en met hunne voeten op de steenen van het plaveisel stampend om ze te warmen.

Hij keerde zich naar den Geest, en ziende dat deze hem aanzag met een gelaat waarin, op onverklaarbare wijze, alle gezichten zichtbaar waren die hij hem getoond had, worstelde Scrooge met hem. "Ga heen! Voer mij terug. Vervolg mij niet langer!"

Ge zult mij daarom veroorloven nog eens met nadruk te herhalen, dat Marley zoo dood was als een deurpen. Wist Scrooge dat hij dood was? Natúúrlijk wist hij dat. Hoe kon het anders? Scrooge en hij waren ik weet niet hoeveel jaren lang compagnons geweest. Scrooge was zijn eenige executeur, zijn eenige administrateur, zijn eenige overgebleven erfgenaam, zijn eenige vriend en eenige rouwdrager.

Nadenkend over wat de Geest hem verteld had, deed hij dit ook nu, doch zonder zijne oogen op te slaan of zijne knielende houding te verlaten. "Je moet wel langzaam aan gedaan hebben, Jacob," merkte Scrooge op, op zakelijken toon, maar toch met ootmoed en ontzag. "Langzaam!" herhaalde de Geest. "Zeven jaren dood!" zeide Scrooge peinzend. "En al dien tijd op reis?" "Al dien tijd," zei het spook.

De vroolijke reizigers kwamen naderbij; en onder het aankomen herkende Scrooge ze een voor een en noemde hunne namen. Waarom was hij toch buitengewoon verheugd hen te zien? Waarom fonkelde zijn koude oog en sprong zijn hart op van vreugde terwijl zij voorbijtrokken?

De vaste hand van den Geest wees naar het hoofd. Het laken was zoo achteloos er over geworpen dat zoo Scrooge het ook maar even opgebeurd had, hij het gezicht zou bloot gelegd hebben. Hij bedacht dit, en voelde hoe gemakkelijk hij dit kon doen, en voelde een aandrang hiertoe; doch hij miste evenzeer de kracht het te doen als om den Geest aan zijne zijde weg te zenden.

Als hìj er maar eerst kon zijn en Bob Cratchit erop kon betrappen, dat die te laat kwam! Daar had hij zijn zinnen op gezet. En hij deed het, waarachtig hij deed het. De klok sloeg negen. Geen Bob. Kwart over negen. Nog geen Bob. Hij was volle achttien en een halve minuut over zijn tijd. Scrooge zat met zijn deur wijd open, om hem het kantoortje te kunnen zien binnenkomen.

Hij voelde dat het lenig en statig was toen het naast hem kwam staan, en dat zijne mysterieuze persoonlijkheid hem vervulde met een alles in hem overstemmende vrees. Méér wist hij niet, want het Spook sprak niet tegen hem en bewoog zich niet. "Ben ik in tegenwoordigheid van den Toekomenden Kersttijd?" zeide Scrooge. De Geest antwoordde niet, doch wees met de hand voor zich uit.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek