Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Des middags richtte hij zijn schreden naar het huis van zijn' neef. Hij liep de deur wel tienmaal voorbij, vóór hij de stoep op durfde gaan en aankloppen. Doch eindelijk schoot hij er op toe en klopte aan. "Is meneer thuis, kind?" zeide Scrooge tot het dienstmeisje, 'n knap meisje. "Jawel meneer." "Waar is hij, kind?" zeide Scrooge. "Hij is in de eetkamer meneer, met mevrouw.
Scrooge deed wat hem gezegd werd en hield het vast.
Het was de eerste dien dag waarin geen hartelijkheid lag. Kleine Tim dronk den toast het laatst van allen, doch het kon hem geen zier schelen. Scrooge was de boeman van de familie. Toen zijn naam genoemd werd daalde een schaduw op het huisgezin, die wel volle vijf minuten bleef hangen.
"Geen cent minder. Hierin zijn begrepen een groot aantal achterstallige betalingen, dat verzeker ik u. Wilt u mij het genoegen doen?" "M'n waarde heer," zeide de ander, hem de hand schuddend, "ik kan u niet genoeg danken voor zulk een vorstelijke bijdr......" "Kom, het is de moeite niet waard," hernam Scrooge. "Kom mij eens opzoeken. Wilt u?"
"Weet je de poelier te wonen, in de straat hiernaast, op den hoek?" vroeg Scrooge. "Dat zou 'k gelooven," antwoordde de jongen. "Knappe jongen!" zei Scrooge. "'n Merkwaardig gladde jongen! Weet je ook of ze de kalkoen die daar hing al kwijt zijn? Niet de kleine, maar de groote die bekroond is?" "Wat, bedoel je die, die zoo dik is als ik wel?" antwoordde de jongen.
Het kwartier duurde zoo lang, dat hij er meer dan eens van overtuigd was dat hij zonder het zelf te weten in den dommel moest geraakt zijn en het kwartier niet had hooren slaan. Eindelijk trof het zijn luisterend oor: "Bim-bam!" "Kwartier over!" telde Scrooge. "Bim-bam!" "Half slag!" zei Scrooge. "Bim-bam!" "Kwartier vóór," zei Scrooge. "Bim-bam!"
De kleine snelle pols van het horloge sloeg twaalf; en zweeg. "Wel heb ik van m'n leven, 't is toch niet mogelijk dat ik een heelen dag en ver in den volgenden nacht kan doorgeslapen hebben," zei Scrooge. "Er zal toch niets met de zon wezen, zoodat dit twaalf uur 's middags kan zijn?" Daar dit denkbeeld hem verontrustte, krabbelde hij uit bed en ging tastend naar het venster.
Scrooge en het Spook stonden voor dezen man, juist toen een vrouw met een zwaar pak den winkel binnensloop. Doch nauwelijks was zij binnen, toen een tweede vrouw met een dergelijken last eveneens binnentrad, en zij werd op de hielen gevolgd door een man, gekleed in een vaal lakensch pak, die niet minder schrok toen hij hen zag, dan zij ontsteld waren toen zij elkander herkenden.
De Geest zakte er onder ineen zoodat de domper zijn geheele gestalte bedekte; doch hoewel Scrooge uit alle macht er op drukte, kon hij het licht niet dempen, dat er in een breeden straal onderuit, en over den grond stroomde. Hij voelde dat hij uitgeput was, en dat hij overvallen werd door een onwederstaanbare slaperigheid, en toen, dat hij zich in zijn eigen slaapkamer bevond.
Duizenden moeten het allernoodigste ontberen; honderdduizenden ontberen de meest gewone gemakken, meneer!" "Zijn er geen gevangenissen?" vroeg Scrooge. "O ja, gevangenissen in overvloed," zei de heer, zijn pen weder neêrleggend. "En de werkhuizen?" vroeg Scrooge. "Zijn die nog in werking?" "Zeker. En toch," antwoordde de heer, "wenschte ik dat ik zeggen kon dat ze 't niet meer waren."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek