Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


Nog eens kust ze hartstochtelijk het weenende knaapje en geeft het daarna over aan den menschlievenden bakker, zeggende: »O, dat loone u God, brave man! volg mij, tot daar, dáár«! En voort gaat de droeve stoet weer, het Hofpoortje uit. De schuit, die de vrouwen tot midden op het water zal brengen, ligt reeds gereed.

De wagen moest uitgespannen, en door menschen in de schuit gewerkt worden, en hoewel 'er de rivier omtrent half zoo breed was, naar het mij toescheen, als de Maas voor Rotterdam, was men met dat overzetten bijna een uur bezig.

Het is 24 December 1538. Zoo juist zijn twee vrouwen, die de Delftsche poort uittraden om met de schuit naar Delft te vertrekken, aangehouden. Ze zijn dezen morgen met den vrachtwagen van het Kralingsche Veer gekomen en hebben de onvoorzichtigheid begaan onderweg een lied te zingen, dat geen twijfel liet, of ze behoorden tot de secte der Wederdoopers.

Op hetzelfde oogenblik weerklonk er een hartverscheurende gil. Het was een eenstemmige kreet van de arbeiders aan den kant, van de vier opvarenden der schuit en van ons, die in de praam waren. Die krijtende gil kwam van zoo vele lippen en was een eenparige uiting van den grootsten schrik.

En zie, hij onderwierp de winden; Om 't sprietjen van de veege schuit Sloeg 't noodzeil, dat hij zaam deed binden, De smalle banen klaat'rend uit; 't Gestarnt zou hem den weg doen vinden!

't Is waarschijnlijk een vreemdeling: anders zou hij zijn schuit wel vastleggen aan de palen, die ik ginds op de hoogte van het dorp gezien heb. Kom! wij zullen nog een vijfhonderd tellens wachten en dan in Sint-Japiks naam hier vandaan: mits ik slechts het houten pad door het moeras niet misloop in de duisternis; anders loop ik stellig gevaar, te smoren voor ik twintig schreden gedaan heb."

"Ja," zei ik, "het is een treurig ambacht, en dat slechts dient om aan modegrillen te voldoen. Maar zeg mij eens, kapitein, hoeveel parels kan een schuit per dag wel opvisschen?" "Veertig tot vijftig duizend. Men zegt zelfs, toen in 1814 de Engelsche regeering voor eigen rekening liet visschen, de duikers in twintig dagen 76 millioen oesters naar boven brachten."

Vaarwel, heer Sylvius, daar ginder ligt de schuit, ik moet naar Leiden. Kom bij mij, zoo gij hier wederkeert, zeg mij toch uw naam. Rembrandt van Rhijn, zeide de andere, de hand ten afscheid schuddende en den hoed afnemende.

"," zei Jan, "wat heb ik een spijt, als ik aan onze paling denk, die de visschers hebben meegenomen. Zoo'n prachtigen voorraad te hebben en dan toch nog platzak thuis te komen. 't Is onuitstaanbaar!" "Ja," zei Karel, "dat zeg ik ook. Kijk de pottenschipper eens aan 't hakken geweest zijn. Zijn schuit ligt rondom in 't open water." "Ja, anders vriest ze stuk," zei Jan.

De schuit van Brand is een platbooms vaartuig, hetwelk desverkiezend op rollen gezet, en op Vastenavond door de straten gevoerd kan worden. Met Erasmus' schuitje, vlug getuigd, kan men in weerwil van den ranken bouw eene reis om de wereld doen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek