Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 november 2025
Op het ijs vond ik er dadelijk mijn vrienden: den Grooten Dichter, den Grooten Schilder, den Grooten Musicus, als naar gewoonte druk aan 't zwieren met de vriendinnetjes die ze zich uitgekozen hadden; maar zij waren eenigszins ontstemd omdat het ijs zoo slecht werd in de buurt der stad, zoo doodgereden; en zij vroegen mij of er op mijn lange baan niet een of ander mooi en rustig plekje was, waar ze zich beter zouden kunnen oefenen.
Dus is mijnheer een schilder: schilders komen hier veel. Ik. Ook dat niet: ik kom een dag leven in de natuur, de stad ontvluchten met haar drukte en gewoel, en buiten uitrusten. De vrouw. Zijt ge dan niet tevreden in de stad? Tevreden? Wat is tevredenheid? Is het stilstand, die niet meer werkt, die niet meer wenscht, dan is zij apathie.
"Wat is het? Vergift?" vraagt de schilder. "Het vergift van de Borgia's?" "Neen, het vergift van de Antillen. Dit is het sap van den manzanillaboom, toebereid door de Indianen van de Caraïben, volgens een geheim proces. Gij kent de vreemde eigenschappen van den boom; wie maar een enkelen nacht onder zijn takken slaapt, bekoopt het met den dood.
Gewoonlijk dineerden wij voor dertig sous samen." "Dat is zoo," vond Rodolphe, "maar we dineerden slecht en waren daardoor genoodzaakt 's avonds weer te soupeeren. Goed beschouwd is het dus een besparing." "Tegen jou valt niet te redeneeren," mompelde de schilder, door die redeneering overtuigd; "jij hebt altijd gelijk. Gaan we vanavond werken?" "Waarachtig niet.
»Zie toch uw vriend den schilder!" sprak mevrouw Daubenheim, met een spijtig glimlachje tot den Graaf, terwijl zij deze zijne koffie overreikte en op het paar wees dat nu arm in arm door den tuin drentelde, »il fait un bout de cour aan juffrouw Verburg!"
»Neen, kwaad nu juist wel niet, maar toch.... 't is gevaarlijk, de propaganda, zoo'n pastoor had je maar in 't oog te krijgen, en, om een zieltje te winnen, wie weet wat hij je beloofde." »Als hij mij helpen wilde om schilder te worden." »Zoudt ge dan daarvoor Roomsch willen worden, je geloof verzaken...."
Elk auteur, die zijne taak ernstig opvat, hij zij schilder, letterkundige, componist of geleerde, zal wel eens werken in portefeuille hebben waarover hij niet tevreden is, al maken zij ook overigens den indruk "af" te zijn. Men hoort soms van schrijvers die jarenlang een manuscript onder zich houden, totdat zij eindelijk het zoo hebben weten om te werken, dat het naar hun zin is.
Dit maakte den schilder wat wrevelig. Hij had een ruwe uitdrukking klaar om te zeggen, dat hem dat absoluut niet schelen kon, maar hij bedwong zich, streek zich met de hand over 't hoofd, bloosde, en voelde zich toen in-eens onbehaaglijk, niet meer op zijn gemak.
Omdat het getal der inschrijvers mijn hoop is te boven gegaan, heb ik de lezer iets boven de voorwaarden willen geven; men zal voor ieder boekdeel een titelplaat vinden, die door 's Konings schilder Gustaf Wappers op hout getekend is, en door de bekende kunstenaar Brown, bij de koninklijke graveerschool van Brussel, is gesneden.
Ze spraken nooit meer over 't geval, bleven vriendelijk maar die man.... ik heb hem als een heilige mee door 't leven gedragen. Hij was zoo rustig-vroom, zoo eenvoudig-christelijk. Zijn blik, zijn gelaat, zijn stem, zijn heele gedrag was zonder eenig vertoon. Ik wou, dat ik zijn naam mocht noemen. Niemand kent hèm. Hij was geen schrijver, geen schilder, geen geleerde, geen staatsman.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek