Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
De eigenares, die de boerenhoeve met haren zoon bewoont, heeft ten gerieve van meester Schelting en zijne dochter, gaarne haar opkamertje en, voor het meisje afzonderlijk, een zoldervertrekje afgestaan, omdat de oude man nergens anders te recht kon, en, zij zelve de vertrekjes toch niet van noode had.
Twee ramen aan deze, één aan gene zijde van de deur, en dan nog een raam daarboven, 't raam van een zolderkamertje. Al ware het klaarlichte dag, gij zoudt niet bezijden de deur lezen wie de bewoner van dit nederige dorpshuis is, om de eenvoudige reden dat meester Schelting nooit op het denkbeeld is gekomen een naambordje aan zijn deurpost te spijkeren.
't Was, toen Elsje eenigen tijd daarna de kopjes en borden had omgewasschen, dat Schelting de hand naar het bijbelboek uitstrekte, en het 26ste hoofdstuk van Mattheus' Evangelie opsloeg, waarbij de bladwijzer lag. Op een eerbiedigen toon, doch niet met de helderheid van stem waarmee hij in de school zijne lessen gaf, las hij van het vreeselijk zielelijden, 't welk Jezus had te dragen.
Mocht Schelting ook niet zijn wensch hebben verkregen om den eenig overgebleven zoon voor zijn eigen vak op te leiden, hij beleefde toch vreugde aan den jongen, die, op dat tijdstip reeds drie en dertig jaren oud, als meesterknecht bij Tink, de ronde som van driehonderd zestig gulden 's jaars verdiende. Wat moest er gebeuren! Op zekeren morgen was Evert die bij Tink inwoonde, spoorloos verdwenen.
Nog was de morgen niet aangebroken, toen meester Schelting reeds de legerstede verliet waar hij geen rust kon vinden, en weinige minuten later insgelijks zijne woning, opdat de vrije lucht hem een verademing zou schenken welke hij binnenshuis niet vinden kon. 't Was een buitengewone verschijning, meester vóór zonsopgang al buiten zijn woning te zien.
"Goed Willem, ik zal vader ontvangen," zei Schelting, en met een gesmoorden zucht verliet hij het schoolverblijf. "Hoe gaat het, hoe gaat het oude vrind?" zei baas Tink met een verbazende hartelijkheid, toen hij Scheltings woonvertrek was binnengetreden: "Wij hebben elkander sinds een heelen tijd niet gezien.
Al bespeurt gij maar zeer weinig overeenkomst met den man die daar zit en het tien-gulden-portret, zooeven bezichtigd, ongetwijfeld bevroedt gij terstond dat gij den huisvader, den schoolmeester Schelting in persoon voor u ziet. Wat een goed gelaat heeft die oude man. Er is iets edels, iets aantrekkelijks in. Het hooge en breede voorhoofd geeft een schoon denkbeeld van zijn verstand.
"Ha zoo, dat is goed," zei Schelting zonder evenwel naar het brood te zien, en nadat hij nog eenige oogenblikken, zooals vroeger, strak voor zich uit had gestaard, zag hij het meisje eensklaps aan en sprak weder: "Elsje ik wil Zaterdags geen warme stoet meer hebben, en geen suiker in de koffie ook, hoor je, het smaakt mij niet meer.... ik...."
"Als je soms druk in je werk bent, dan zal ik die commissie bij Schelting alleen wel waarnemen," zei de smid tot zijn medeafgevaardigde bij 't huiswaarts gaan. "As je blief, baas Tink," antwoordde Van Boom: "morgen moet ik met de varkens naar stad, en elken dag ben ik de schaapskooplui te wachten: men gaat dan al niet graag van 't erf af."
Nog een geruimen tijd bleef Schelting in het lichtruim staren, en, had hij reeds vroeger verstaan dat het lijden door God gezonden, de vorming voor eeuwig heil moet bewerken; had hij in dien vroegen morgen, toen wij hem na een slapeloozen nacht voor de eerste maal den akker der rust zagen naderen, meer vrede bekomen en kracht tot berusting; had hij zich toen sterk gevoeld, om Gode te zwijgen, zich verder aan Hem te vertrouwen, en voor zijn nuttigen werkkring alsook voor zijn dierbaar kind te leven, nog was de strijd niet volstreden om ook nú met kalmte het leed te dragen, dat door menschen over zijn grijze kruin gebracht was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek