Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
Santje!" zeide ik: "biecht zuiver op; want ik bedrieg mij zeer, of die Hagenaar heeft een goed oog op u; en zoo gij iets tegen hem hebt, is het beter, dat hij maar spoedig daarvan kennis bekome; anders zal hij het u nog lastig genoeg maken."
"Als ik een man ben, dan word ik meester!" placht hij vertrouwelijk tot Jannetje te zeggen. "Dat kan niet," antwoordde zij dan, "er is al een meester." "Ja, dat begrijpen meisjes zoo niet; maar er zijn een heele boel dorpen, en in elk dorp is een meester noodig." "Wou je dan naar een ander dorp? En laat je mij en je vader en moeder en Gijs en Santje dan hier en ga je alleen weg?"
"En dan verder," vervolgde Suzanna, "verzoekt Henriëtte, dat gij aan Kaatje haar kapsel met rozeroode strikken vraagt, en haar kleed met de fontanges en haar zijden keurs, en haar Brusselsche schoenen en...." "Ik verzoek om verschooning, Mijnheer Huyck," zeide Henriëtte: "ik heb niets van dat alles gezegd; zooals Kaatje 't schikt, is 't mij wel. Foei Santje...."
"Ei zoo!" riep Suzanna, die huppelende en in de handen klappende kwam aangeloopen: "uit welk land hebt gij die manieren medegebracht?" "Wel Santje!" zeide Henriëtte, rood wordende: "ik dacht, dat gij nooit terug zoudt komen." "Hoort gij, Broertje!" zeide Suzanna: "gij schijnt het talent nog niet te bezitten om iemand den tijd kort te doen vallen."
Santje huilt van pijn, en Kees bedenkt zich geen oogenblik; zijn anders zoo goedige oogen fonkelen; met één fikschen sprong is hij den boozen Dorus genaderd; Griet ziet de woede van Santjes vriend, en lacht niet meer; neen ze wordt angstig.
De nare geluiden van den stomme vermengen zich met de smartkreten en de verwenschingen, die door Santjes beleediger worden uitgestooten; maar hoor! ook te midden van dat rumoer op't anders zoo mooie en vrêjege plekske, klinkt nog een andere stem: 't Is Santje, die opgestaan, haar Kees zeer dringend vermaant om los te laten en liever bij haar te komen: "Kees!
Loop moar noar huus toe." Wij gelooven niet dat de Betuwsche ridder op de hoogte was om de waarheid der bestraffing te gevoelen daar behoort ook veel toe maar Santje verstond de taal die hij sprak: ze kreeg medelijden met den anders zoo goedigen Kees, en zei: "Nou, wacht dan moar." 't Was met haastigen tred dat Santje Dorus naliep, terwijl ze den boezelaar tegen haar gezwollen neus hield gedrukt.
De goede Kees volgt zijn liefste op 't smalle paadje door de welige koornvelden; hij draagt haar hengselmand, waarin ze brood en kruidenierswaren uit den dorpswinkel moet halen. Santje spreekt niet, want ze is droevig gestemd; droevig, umdat ze thuus altied lachen as ze 't een of ander in 't ernstige mee wil proaten.
Kees!! kom hier!" roept ze luide, en Kees hij schijnt onwillig, maar toch, 't smeeken zijner liefste treft hem in 't hart; hij laat den beleediger los, snelt op het meisje toe, en wil haar liefkoozen, omdat ze zoo'n dikken neus van den val heeft gekregen. Maar, Santje weert hem af: "Neen Kees, 't is slecht um zoo vuul te wêzen," zegt ze op half verwijtenden toon: "Kwoad um kwoad, dat geet niet.
"Foei Santje!" zeide ik op mijne beurt: en het schelmachtige gelaat mijner zuster verdween weder achter de gordijnen; waarop ik, de dames nogmaals een goede nachtrust wenschende, mij naar beneden begaf. Welhaast was nu de boerewagen ingespannen en schokten en hotsten wij naar Muiden, waar wij de halve stad in opschudding brachten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek