Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Weder daalde een geurige, door de maan beschenen Mei-avond op de aarde neder, en weder zat de oude vrouw aan het venster van het kamertje, de handen gevouwen, en peinsde. Buiten ruischte weder het water op de bekende melodie; de oude klok sprak daartusschen haar eentonig tiktak en uit den hof klonk het gezang der dienstmeiden. "Waar is Liesje toch!" vroeg zij bij zich zelve.
De laatste woorden waren hem nog niet uit den mond, of ze was om hem heen aan 't springen en huppelen over 't tapijt, zoo vlug als ze maar kon. Haar pijnlijke voet raakte geweldig de vloer en dan rilde het heele been en ruischte de satijn met een smartelijk gesis om haar leden.
Een klein geluid stierf met een lichten adem weg over hare lippen, en het was opnieuw, alsof ze ingesluimerd was. Pastoor Doening schudde zijn kop en, de handen vouwend, begon een innig gebed. De kamer die eenderlijk stil lag, vertoonde evenwel eene beweeglijke nieuwigheid. De vlerkslag van een aanwiekend seizoen ruischte er ieverig, gevende aan alle dingen een uitzicht van hoop en van moed.
'Zonnezoon! Zonnezoon! Johannes hief het hoofd op en luisterde. Het ruischte in zijn ooren. 'Zonnezoon! Zonnezoon! Het was als Windekind's stem. Die alleen had hem zoo genoemd, zou hij hem nu roepen? Doch hij zag naar het gelaat naast hem, hij wilde niet meer luisteren. 'Arme, lieve vader! zeide hij.
«Ja, daarbinnen, zooals ik wel dacht, zooals ik wel wist,» zei de dominee, «daarbinnen wonen zij, die voor het eeuwige vuur bestemd zijn!» En zij stonden voor het prachtig verlichte portaal, de breede trappen prijkten met tapijten en bloemen, en door de feestelijk versierde zalen ruischte de dansmuziek.
Eens had er op gestaan: "Ter gedachtenis van die of die," maar die woorden waren thans bij de meeste, zelfs op klaarlichten dag, onleesbaar. De wind ruischte zachtjes door de boomtoppen en Tom meende in dat geluid de geesten der afgestorvenen te hooren, die zich beklaagden, dat zij in hun rust gestoord werden.
Elken morgen trokken wij zoo door de prachtige beukenbosschen, langs lichtende voetpaden, langs groene kloven, waarin het water ruischte, naar de verschillende mijnen en naar de hoogten, van waar men het dal overziet. Dan daalden wij daar dikwijls in af en bestegen, over de rivier gaande, den tegenoverliggenden kant.
Het water ruischte als een droppelengordijn de wanden, de trappen langs; de geuren ontspoten, ook voor het Tribunaal van den Keizer. Langzamerhand dorsten de toeschouwers weêr wellustig snuiven de frischte en den geur, te spuwen, te praten, zelfs te lachen.
Om den wagen ruischte geheimzinnig de wind en vielen de platane-bladeren en Davus en de voerman snurkten.... Voor het herbergje rammelde telkens het uithangbord: IN DE PYTHIA.
Maar van beneden, uit de cavea, ruischte het plotse gerucht, stemmedruischend naar omhoog. Het is een weggeloopen slaaf! Hij wordt in de plaats van Lentulus gekruisigd als Laureolus! Hij wordt gekruisigd! Het is de moordenaar van Nigrina!! O-o-o-oh! ruischte het, met den regen, door de toeschouwers heen. Het velarium was geheel wèg gerold. De regen stroòmde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek