Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
De Keizer verlangt, dat aan het slot van het spel van "Laureolus".... begon de hoofdopziener uit te leggen. De komedianten werden bleek; zij hadden een kreet van schrik, van afgrijzen. Een Theater is toch geen arena! riep woedend de dominus. Kunst blijft toch altijd kunst! Als ik geweten had, dat zùlke dingen konden bevolen worden in Rome....
Oogen keken angstig naar boven, naar de donkere, donkere lucht. Maar ze zouden "Laureolus" zien, "Laureolus", waar ze meê dweepten. Met Lentulus! Met Lentulus! juichten Cecilius en Cecilianus. "Laureolus"!! eischte de cavea, hoewel tusschenspel nog voor het siparium vertoond werd. Het werd eén kreet: "Laureolus"!!! Boven het Theater rommelde het onweêr. Scheen het af te drijven.
Ben je zoo goed? vroeg Carpoforus teeder aan Cecilianus. De knaap knikte tevreden. Het tooneel veranderde. Het kruis werd zichtbaar, een T gelijk. Door het onweêr heen snerpten de fluiten. De orchestra stroomde leêg. In het Theater hoorde men van buiten het verwarde geschreeuw om de draagstoelen, het tumult der duizenden. Daar werd Laureolus door de beulen op het proscænium gesleept.
Maar van beneden, uit de cavea, ruischte het plotse gerucht, stemmedruischend naar omhoog. Het is een weggeloopen slaaf! Hij wordt in de plaats van Lentulus gekruisigd als Laureolus! Hij wordt gekruisigd! Het is de moordenaar van Nigrina!! O-o-o-oh! ruischte het, met den regen, door de toeschouwers heen. Het velarium was geheel wèg gerold. De regen stroòmde.
Het was "Laureolus", de zeeroover, de dief en Lentulus speelde hem! Kijk toch: het was een storm en het rooverschip van Laureolus leed schipbreuk. De muziek der fluiten raasde: de fluitspelers, rechts en links, bliezen zich, tot bèrstens toe, den adem uit achter het capistrum.... Hun aderen stonden aan de slapen gezwollen. De geesten van den storm dansten in de lucht, over de golven.
Mooi gegeven, dominus! riepen ze allen uit. Pappus en Maccus en de drie dikbuikige kraamgodinnen! Heb ik van Laureolus niet alles gemaakt wat er van zoo een kijkstuk te maken was?? Ik heb, troostte hem Lentulus; nooit den Laureolus in zoo mooi choragium gemimeerd als van daag, dominus....
En ze kwamen kijken, allen, om den beer te zien, die, op bevel van den Keizer, aan het slot van "Laureolus"....! Zij hieven zich op de teenen, gingen op schabellen staan, rekten zich om uit de raampjes te kijken. En zij zagen nu bestiariï met hun belluarius, en, in hun midden, aan korte ketting een gemuilbanden beer aanwaggelen.
De tooneelschermen veranderden telkens: stelden voor een paleis, een gouden grot, waar Laureolus zijn geroofde schatten verbergt; Mercurius daalde neêr in een wolkmachine: er was een feest, er volgde een gevecht van zeeroovers en herders. De meest onwaarschijnlijke gebeurtenissen volgden elkaâr eindeloos, eindeloos op, terwijl de wolken weêr donkerden en, rood door de zwoelte, daalde de zon.
Rondom gebaarden mimen, kluchtig, juichten allen, die "Laureolus" had bestolen, verrezen de schimmen van wie hij vermoord had. Fluitgesnerp door regengeruisch.... Toen hing de gekruisigde, tegen het theaterlandschap, overstriemd zichtbaar door werkelijke regenstralen.... O-o-o-oh! En het bròmde.... De beer! De beer!! riepen zij.
De Keizer zèlve is gegaan en ziet deze afschuwelijkheid niet aan!! riep Tacitus. Ik hoor hier, zei Frontinus; van deze Senatoren, dat een beer den ongelukkige aan het kruis zal verslinden! Het einde van "Laureolus"! spotte verontwaardigd Suetonius. Gaat, vrienden, zei Martialis. Ik blijf. Blijft ge?? riepen zij allen. Ik blijf, zei Martialis ernstig. Dit is mijn tijd. Dien wil ik zien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek