Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


En het volk lachte, schaterde, bulderde, terwijl de patriciërs deden of zij niet zagen en zich met elkander onderhielden, en aan de voeten van Domitianus, die, gedoken rug gekeerd naar het Theater, sprak met wie hij ontboden had, de keizerlijke nar, minachtend, strak, hóogst ernstig, bleef staren over de cavea.

Kinderlijke pret om ezel en Silenus had de cavea; er was een gedruisch van stemmen, terwijl wat de Prologus galmde, uitstekend van pas kwam: Verwonderd zoû ik zijn zoo in hun zetels Al wie daar zit mij niet belachlijk vond, Niet praatte en proestte en poefte en hoestte en mij Door eindeloos gemompel 't niet heel moeilijk Zoû maken.... Heeft beroemde mimus-speler Of jong blankvellig komediantje niet Al moeite zich op deze planken te Handhaven....? Hoe zal ik dan, oude heer Op m'n ezel, u een óogenblik maar boeien....!

Maar de opzichters aan de poort, die hij was binnen gedrongen, tegen den stroom van de teleurgestelde laatkomers, die omkeerden, in, beduidden hem, dat het Theater vol was, dat de veertig-duizend plaatsen van de cavea waren ingenomen, dat hij morgen, als hij vroeg kwam, een kans zoû hebben....

Van uit de cavea kletterde het handengeklap.... De ezel balkte.... De tweede choragus drong de danseressen weg, naar hare kleedkamers. Allen hoorden den beer. Hij bromde, zacht maar gestadig. Of hij, nog niet heelemaal wakker, na snurkte.... De ezel, welopgevoed, balkte niet meer.

De patricische stemmen, de plebeïsche stemmen, van af de Consuls tot de straatjongens, riepen den galmenden groet; de waardige stemmen der Senatoren omlaag vermengden zich met die der oprecht juichende gladiatoren omhoog; die der cavea met die der ridderbanken; die der mannen met die der vrouwen; en óver het Tribunaal, waar de Keizer verscheen, had hel uit weêrklonken de groet der Keizerin en harer vrouwen....

Het weelderige huis van de Atheensche Bacchis verzichtbaarde in pracht van scharlaken gordijnen, pauwebed, verguld vaatwerk, rozenkransen, die de ædilen aan de scænische uitmonstering hadden verspild. Tusschen die weelde zaten de Bacchides, de zuster-hetæren; door de opene deur zagen zij den adulescens, wezen zij, fluisterden zij met elkaâr.... O-oh! juichte de cavea. Zoo was het goed!

Als je nu alles hebt, dominus en jullie, jochies, ook, mag ik dan maar een plaatsje zoeken in de cavea, om je straks te bewonderen? vroeg Cosmus. Ja, Cosmus, zei de dominus. Ja, Còsmus, herhaalde Cecilius ter loops, bij zijn werk, terwijl Cecilianus, geknepen mondje, zweeg.

In de cavea was het publiek in de uiterste spanning, om Laureolus. Hij werd gepakt; ja, hij werd weêr gepakt: de dief, de moordenaar, de misdadiger! Er was een proces, en de rechters waren de stupidi en alles in het geding was kluchtig de rechters deden acrobaten-sprongen en Laureolus werd veroordeeld en kluchtigde omdat hij veroordeeld werd....

Commando weêrklonk: de Prætorianen, schild en speer kletterend, marcheerden de trappenvlucht af om zich buiten te scharen om den keizerlijken draagstoel. Het was als een sein. Velen vertrokken, haastten zich, uit de orchestra, de ridderbanken. De Keizerin vertrok. Het was zeer donker geworden en de regen kletste neêr.... Op het tooneel ging de voorstelling door. En de cavea trotseerde den regen.

Allen drongen weg, de laatsten uit de ridderbanken, het volk uit de cavea.... Ook de soldaten, de matrozen, de gladiatoren.... Mijn broêrtje! huilde Cecilius. Carpoforus tilde den bezwijmden knaap op; het blonde hoofd viel op den massieven schouder van den Jager. Zal je hem dragen, Carpoforus? snikte, smeekte Cecilius. De Jager knikte. Allen daalden de trappen af, sprongen van omgang op omgang.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek