Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
En toen wij naderden, kondigde de hoofdopziener ons aan, door te blazen op een fluit en van daar ginds antwoordde een cymbelslag en er was even een korte muziek over en weêr. En toen wij naderden een jonkvrouw op een ezel met een slaaf en verschillende opzieners door de tuinen en langs de vijvers, liepen van alle kanten slaven toe om te weten en hun meester kond te doen.
De Keizer verlangt, dat aan het slot van het spel van "Laureolus".... begon de hoofdopziener uit te leggen. De komedianten werden bleek; zij hadden een kreet van schrik, van afgrijzen. Een Theater is toch geen arena! riep woedend de dominus. Kunst blijft toch altijd kunst! Als ik geweten had, dat zùlke dingen konden bevolen worden in Rome....
De komedianten kwamen van overal aan; zij waren half of heelemaal gecostumeerd: Cosmus kwam aan, Gymnazium.... Kòmt de Keizer? vroeg de dominus razend. Ik geloof het niet, zei de hoofdopziener; hoewel natuurlijk alles voor en in het Keizerlijk Tribunaal in gereedheid gebracht is.
Veel was er niet tegen dit voorstel in te brengen. De opzieners gelastten den slaven en arbeiders terug tot hun arbeid te gaan en omringden ons, vier van hen met den hoofdopziener, om ons naar hunne meesters te brengen. Het was echter een lange weg, dien wij volgden, terwijl de avond viel. Het waren uitgestrekte bezittingen.
Wees stil, dominus! fluisterde de hoofdopziener; denk om de verklikkers....
Ik vermoedde, dat hij minstens wel even zoo vermogend zou zijn als Menedemus en mij herinnerende, dat Davus nog niet mij zijn naam had genoemd, vroeg ik, schrijvende, toen wij een oogenblik halt hielden: Hoe heet, opzieners, uw heer.... En de hoofdopziener antwoordde, en het was mij, of ik een donderslag hoorde: Chersonezus, die zich noemt de zoon van Hermes en Hekate.... Chersonezus!
Het was niet om den adulescens; trouwens, die had zich al uit de beenen gemaakt.... Het was tegen den hoofdopziener van het Theater en tegen een jongen belluarius, een dierentemmer, die naast hem stond. Dus het moèt?? vroeg de dominus, razend, vuisten gebald. Het moet, dominus, zeide de hoofdopziener kalm. Wat wilt ge; als de Keizer het wil, moet het wel, niet waar....
Maar nu bèn je in Rome, zei de hoofdopziener; nu moèt het, dominus: er is niets aan te doen....
Ik verstond niet wat zij meer fluisterden, want het was als een ruischende, dringende zee om ons rond en eindelijk zei de hoofdopziener tot Davus: Het lijkt mij het beste, dat wij Charis en Charmides geleiden voor onze meester en meesteres en dat jij, Davus, ons vergezelt om getuigenis af te leggen, dat je je eersten heer terug vondt in dezen onwaarschijnlijken vorm.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek