Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


Ik weet het niet....!? .... Ik weet het ook niet....!? Ze zagen elkaâr aan, toen om, en op. Het Theater, de cavea was vol. Het was broeiend warm onder het roode velarium. Het was meer dan middag; de wind had zich gelegd, het velarium hing, slap uitgegolfd, bijna roerloos. Het water, de marmeren wanden langs, tappelde.

Van binnen gehéel met marmer bekleed, met regelmatig in den ronden muur, boven de zitplaatsen, de nissen, waarin de marmeren en bronzen beelden of de groote, bronzen bekkens, die op vingen den klank der stemmen van de tooneelspelers en het geluid weêrkaatsten heen door de theaterruimte en al dat marmer en brons, overtogen met een zacht rooden gloed, die neêr zeefde uit het velarium.

Maar van beneden, uit de cavea, ruischte het plotse gerucht, stemmedruischend naar omhoog. Het is een weggeloopen slaaf! Hij wordt in de plaats van Lentulus gekruisigd als Laureolus! Hij wordt gekruisigd! Het is de moordenaar van Nigrina!! O-o-o-oh! ruischte het, met den regen, door de toeschouwers heen. Het velarium was geheel wèg gerold. De regen stroòmde.

Af van de planken, soccus uit, waren zij weêr kinderen, hadden zij pret, hoste Cecilius op Colosseros' knie, reed Cecilianus, schaterlachende, paardje op den massieven nek van Carpoforus, die zijn vuisten om de enkels van den jongen sloeg. Het aularium òp. Applaus. Broeiende warmte; boven het velarium rolde de donder.... De toeschouwers snakten naar adem. W

Het was stikwarm geworden naar mate de stovende zon steeg, door het velarium neêr zevende een onweêrsachtig broeienden lentegloed. Toen het aularium neêr gerold was, vertoonde het tooneel zich met den scæna-muur. Herhaalde zich wat reeds vertoond was. Rolde het aularium weêr op. Weêrklonken hier en daar, schuchter, kreten: Water.... Water....

En de Keizer wees Plinius en Verginius Rufus, met wie hij sprak, zeker Carpoforus, dien hij herkende, en die zijn geliefde zwaardvechter was. De jongens bereikten de hoogste omgang. Het was er vol, vol. En het was er warm. Het was er als een roode oven zoo vlak onder het roode, brandende velarium.... En er was geen plaats.

Het binnenste der citadel was een met zuilengangen versierd paleis, bedekt met een platform, dat omgeven werd door een leuning van sycomore-hout, en waar staken stonden opgericht om een velarium uit te spannen. Op zekeren uchtend de zon was nog niet opgegaan kwam de viervorst Hero-des-Antipas zich over de balustrade heenbuigen, en zag-uit.

De beelden, die het Theater omkransten, verzichtbaarden in hunne verstarring. Maar de lucht was zwaar zwartgrauw met wolkgevaarte bedekt. Enkele droppelen vielen. O-o-oh! klonk het teleurgesteld in de cavea, omdat het te regenen begon. Het velarium bleef ongeveer half het Theater beschutten, ten gerieve van het Hof en de Aanzienlijken. Het was pauze.

Plotseling de zon, rijzende, scheen feller uit de blauwe lucht en viel reeds gloeiend, trots dit derde uur van den morgen, den blank den schijn weêrkaatsenden put van het Theater in rolde boven over de opene ruimte heen als een immense, vuurroode golf, die zich wapperend ontplooide, zich uitbreidde met immense, meer en meer van zwoele bries doorklaterde banen.... Het was het velarium, dat langs ijzeren stangen en staven aan koorden getrokken, het geheele Theater overgolfde, den marmeren put af sloot van den Aprilhemel boven en den zonneschijn door liet schemeren met een zacht rooden gloed, weldadig, weelderig van tint, een vloed van getemperd purperen dageschijn, die zich gelijkelijk verdeelde over het geheele, bont overvulde Theater, naar mate het gehéel overdekt werd....

Men had het velarium ontplooid en, gedienstig, groote kussens bij gebracht. Herodias zonk er in neder, en weende met afgewend gelaat.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek