Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


"Neen, Rudolf! zeker niet! hij zou vreeselijk schrikken en al de vroegere jammer en ellende, de vrees voor schande zou opnieuw over hem komen; daar is meer verloren gegaan dan geld alleen, dat weet gij wel! De eer is verbeurd, en ziedaar wat uw vader u nooit kan vergeven.

Een ander Priester werd daarna ook jammerlijk om het leven gebragt, en zoo pleegde hij vele gruwelen. Zie West. op 't jaar 1477. Bl. 129. Ao 1486. Rudolf Agricola.

"Die is er juist niet; sinds jaren is er alles leeg en overgelaten aan ratten en muizen, om van de spinnen niet te spreken. In dit oogenblik is daar waarlijk niets aan te veranderen." Rudolf zuchtte en hernam: "Ik geef anders niet om een weinigje stof, en voor ratten en muizen ben ik niet bang; ik heb in mijne omzwervingen soms in een tent geslapen en mij met de decoraties toegedekt."

Zij greep mijn arm, als had zij behoefte aan steun. Ik drukte hare hand met een zwijgende belofte en wij traden binnen. Master Smithson, of mijnheer Rudolf, had geen onbescheiden gebruik gemaakt van mijne afwezendheid, dat was blijkbaar. Hij had zich uitgestrekt op de sofa en was zoo ingedommeld. Francis stond voor hem eer hij er op verdacht kon zijn.

Op dat oogenblik viel de beslissing, welke der drie rassen in Midden-Europa het overheerschende zou zijn, het slavische, het duitsche of het magyaarsche. Rudolf van Habsburg besliste de quaestie ten voordeele van de Duitschers, toen hij koning Ottokar in 1278 bij Bürrenkraut versloeg. De slavische macht stort ineen, en de overwinnaar gaf Oostenrijk aan zijn zoon Albert, die hem opvolgde. Zij waren daarna gedurende meer dan een eeuw van den keizerstroon uitgesloten, maar hun afstammelingen herwonnen dien weer in 1438, om er bijna niet weer van te worden verdreven. Gratz werd een keizerlijke hoofdstad onder Frederik

Ik kon niet nalaten den generaal aan te zien met de bijgedachte aan Rudolf. De fijne egoïst was weder in zijn humeur geraakt. Zijn spijt over het echappeeren van Willibald, had hij spoedig verzet bij het genot zijner lievelingsgerechten, waarmee hij werd gefêteerd, en hij bleek bij uitnemendheid de man voor het weelderige, gezellige leven.

"Gij, edele heer?" zeide Rudolf, terwijl hij zijn tochtgenoot bedenkelijk aanzag. "Welzeker," hervatte Alonzo: "ik behoor tot die geloovige papen, zooals gij ons katholieken gelieft te noemen. Uw gezelschap zal mij echter, zoo ik hoop, tegen een aanranding van die gevreesde personages vrijwaren."

"Neen, neen! ik weet dat hij er is, hij moet gaan, hij moet mij niet onder de oogen komen, of ik vervloek hem!" Het werd stamelende en met moeite uitgebracht; maar toch bitter en dreigend, kennelijk met volkomen bewustheid. Wij hoorden een luiden snik; Rudolf had verstaan! Het werd noodig hem te verwijderen.

"Ja Rudolf, het was er toe gekomen; maar dat was nu juist uwe schuld niet; hij had, ik weet niet meer welk verlies geleden; wij hadden nu een nieuweling dien wij met het eene paard, dat wij nog behouden hadden, te zamen in het tuig zouden wennen, en Harry meende het alleen te doen; maar gij weet, ik val wat koppig als ik mij eens iets in 't hoofd heb gezet; ik begreep dat ik er bij moest zijn; ik wilde de teugels voeren, schoon Harry het ernstig afraadde!

"Daar zou ik u wonderlijke avonturen van kunnen verhalen," zeide Rudolf: "menige goede ziel is van die plaats naar de eeuwigheid verhuisd! Men wil dat de duivel zelf dat kruis daar heeft gezet, om de geloovigen te lokken en ze daarna den nek te breken." "Malligheid!" bromde Alonzo, die eenmaal zelf met dien duivel had kennis gemaakt! "Niets dan oudewijven praatjes.

Woord Van De Dag

uitgekregen

Anderen Op Zoek