Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Ik zal mij dan maar getroosten, weer heen te gaan zooals ik gekomen ben," verzuchtte Rudolf, en hief zich op met de matheid van iemand die zonder lust of kracht een zwaren tocht meent te moeten aanvaarden. "Maar gij zult niet gaan zonder u wat verkwikt en verfrischt te hebben," sprak Francis met goedheid, nu zij zeker was van hare overwinning.
"Vraag haar of zij iemand van hare familie die zich Rudolf noemt een oogenblik wil te woord staan." "Ik zal dat verzoek overbrengen, mits gij mij belooft er in te berusten als zij het afslaat." "Hm! gij maakt zooveel omstandigheden; men zou haast zeggen dat gij zoo iets waart als.... haar verloofde of.... haar pretendent, als het niet al te onwaarschijnlijk ware."
Beide partijen ontbrak het aan geld; beiden trachtten bovendien meer langs den weg van onderhandelingen dan door middel van het zwaard hun doel te bereiken, en hiertoe bood een vredescongres, dat op bevel van keizer Rudolf bijeengeroepen was, ten einde koning Philips met de oproerige gewesten te verzoenen, hun de beste gelegenheid aan.
Brusse zag den Harz voor de eerste maal, en om toch een goede keuze te kunnen doen tusschen de verschillende uitstapjes, die hem een vrij volledig overzicht van den Harz zouden geven, wendde hij zich tot den secretaris van den »Harzer Verkehrsverein«, bestuurder ook van de Harzclub, den heer Rudolf Stolle.
"'t Is de ergste dag dien gij uitkiezen kondt; er komen allerlei menschen van het dorp; Willibald komt ook!" "Hm! 't is of alles hier tegen mij samenzweert. Nu; in 's Hemels naam, ik zal heengaan; mijne hand daarop, Francis." "Ik zal u nóg eens op het woord vertrouwen, Rudolf!" sprak zij, hem de hand reikende.
Vrijen beteekent ook het minnelijk omgaan met elkander van twee gelieven, maar ieder voelt in de taal het verschil tusschen »vrijen om« en »vrijen met«, gelijk bij Petrus Stastok's eerste minnekoozerij, zoo wreed door Rudolf van Brammen verstoord, de jongeling met Koosje van Naslaan vrijde en misschien wel den moed zou gehad hebben later om haar te vrijen, als de jonge wijnkooper uit de naburige stad hem niet vóór geweest ware.
Eens, op een avond, toen zij aan hun stamtafeltje kwamen zitten, werden meneer Bollekens en zijn zoon niet, als gewoonlijk, door den kellner, maar door den baas zelf bediend. Hè, waar is Rudolf dan? vroeg meneer Bollekens verwonderd. De baas troebleerde zich. Even kreeg hij een vage kleur onder zijn doodsche wangen. Hij is weg, bekende hij eindelijk. Zoo! En waarom? vroeg meneer Bollekens.
Liggen er geen woningen aan dezen weg?" "Laat zien," antwoordde Rudolf: "nog een goed kwartier rijdens en wij zijn aan den viersprong. Een half uurtje verder ligt een boerenhoeve, en nabij Leiden moeten wij rechts nog een kleine kroeg voorbij." "Ja, ik herinner mij dien viersprong zeer goed," hernam Alonzo: "Indien ik mij niet bedrieg staat er een steenen kruis."
"Ik wenschte dat het niets dan eene verdenking ware, Rudolf," hernam Francis, die strak en onbewogen had geluisterd; "maar helaas! wij hebben de bewijzen en.." "De bewijzen dat ik een falsaris ben?" vroeg hij levendig en kennelijk in de smartelijkste verbazing.
Des anderen daags morgens quamen de vyanden voor den dag springen, om alzo Rudolf en de zynen te overvallen: maar hunne groote stoutheid bragt hen op de slagtbank; want zo als zy op de moerassige weide quamen, wierd 'er van achteren zodanig gedrongen, datze 'er voor 't meerendeel in bleven steeken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek