Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
"Mijnheer! Wat beteekent dat nu, Roodkapje? Weet je wel dat je me beleedigt, als je me niet eenvoudig Frits noemt, evenals Cilly? Ik zal jou mademoiselle Roodkapje moeten gaan noemen, als jij mijnheer tegen mij zegt! Mag ik vragen, hoe oud u zijt, mejuffrouw?" "Ik ben pas vijftien geworden," antwoordde Elsje lachend. "En ik pas twee-en-twintig," zei Frits.
Op de fluweelen wanden hingen de prachtigste platen van Roodkapje, van Klein-Duimpje en van allerlei andere menschen en dieren uit vertellingen. Gouden lijsten waren om die platen. Soms ook bloemenlijsten. Zoo was er om Goudkindje een goudfluweelen lijst, beschilderd met madeliefjes.
Weet u ook mevrouw, wie de snaak is waar dokter nu afscheid van neemt?" "Dat is de majoor Kartenglimp;" zegt Eva, terwijl ze opstaat en schellen gaat. "Kartenglimp! Kartenglimp!? Onbekend! Maar een gezicht dat men meer heeft gezien. Hij lijkt wel wat op den beer in De Jagers en het Melkmeisje, of op den wolf in Roodkapje.
"Kom tante, zij was zoo erg blij!" bracht Frits verontschuldigend in het midden. "Ik zou dolgraag meegeroepen hebben met Elsje, als ik maar gedurfd had. Koningin Wilhelmina zal je nu natuurlijk nooit vergeten, Roodkapje. Hadt je nu nog maar een mandje wafels bij je gehad en je kapje op!" Maar mevrouw d'Ablong was niets gesticht over Elsje's uiting van geestdrift.
Grootmama keek snel op. "Waarom wordt je zoo graag Roodkapje genoemd?" vroeg ze. Elsje antwoordde niet dadelijk. Toen zei ze: "Het herinnert me zoo prettig aan vroeger." "Waarom ben jij Roodkapje?" vroeg Liesje met groote oogen. "Omdat zij soms boodschappen gaat doen met een heel aardig, rood wollen kapje op," zei Frits. "En waarom zet je het dan nu nooit op?" vroeg Liesje.
O, zij moest zoeken, zoeken, net zoolang tot zij ze weer had, den geheelen nacht door, als het noodig was. Hoe kon zij hier ook nog blijven staan! Zij moest dadelijk naar buiten gaan en overal kijken bij de stoep van hieruit kon zij toch ook onmogelijk goed zien. Daar hoorde zij de stem van Frits roepen: "Waar is Roodkapje toch?"
"Grootmama, Roodkapje wil mij wel hebben," zei Frits, toen zij eindelijk bij de oude dame stonden, die al lang naar hen had uitgezien. Zij wist al sedert weken dat Frits Elsje tot vrouw verlangde. "Mijn lief kleindochtertje," zei ze, Elsje in de armen sluitend. Toen, met een vroolijk lachje: "Wel, nu ben je heusch Roodkapje! Hoe komt dat?" "Dat heeft ze aan mij te danken," zei Frits met trots.
"Moet je mijn kippenhok nu niet eens gaan bewonderen, Roodkapje?" en dergelijke dingen meer, dat grootmama tusschenbeide kwam en lachend beweerde dat hij Elsje nu eens met rust moest laten. Zij kon onmogelijk op al zijn vragen tegelijk antwoorden. "Mag ik je nu nog even één vraag doen?" vroeg Frits een poos later, toen hij met Elsje voor het bewuste kippenhok heen en weer liep.
Hè ja, dat vond Frits niet minder prettig: uitrusten op zachte mossen kussens, babbelen met aardig Roodkapje, luisteren naar de vroolijke muziek en vooral ook kijken naar al de prettige drukte om hem heen. Nu kon hij ook beter zien, wie er al zoo op 't bal waren. Wel, wel, wat een gasten! En wat een oude bekenden uit de vertellingen! Dwergjes waren er zooveel, je kon ze haast niet tellen.
"Prachtig hoor!" zei grootmama, toen het kleine meisje vlak voor haar ging staan met de woorden: "Kijk eens!" "Nu moet Elsje zelf ook bekransd worden," zei Frits, terwijl Elsje en hij zich naast de oude dame neervlijden, "kom Roodkapje, wij hebben die eikebladeren niet voor niets geplukt. Niet zoo lui zijn als 't je blieft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek