Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Zij dacht aan dien winternacht, toen zij bij haar jonge liefde gezworen had deze arme menschen tot steun en troost te zijn. En zij rilde! Was dan alles te vergeefs geweest? Was haar offer niet door God aangenomen? Moest alles in vloek verkeeren in plaats van zegen te brengen?
De bloemen in de rilde vazen, waren week geworden, en neigden hun slappen kelk. Het groote huis stond stil binnen den nacht. Op een vreemden blik van Doening en terwijl zij zijne hand drukte: Neen, mijn vriend, fluisterde ze, ik voel me niet alleen. Ik zal nooit alleen zijn, zoolang ik mijn kindje houd .... Dat kindje hield ze niet.
Dit kon niemand beter beantwoorden, dan zij zelve, zooveel zag ik in, en toen nu de grauwe wintermorgen in mijne koude kamer begon aan te breken, en ik van koude rilde, terwijl ik koffie zette, zeide ik: "Nu weet ik, wat ik te doen heb! Wat zijn moet, moet zijn!"
Hij zag die jaren, hij rook ze, hij rilde van hunne koude, daar in den gloed van dat vuur; hij voelde hun honger, trots het souper, dat hem wachtte.... Waarom? O, was het, omdat de toekomst, die hij eveneens ontkende, thans begon te dreigen als een onheil, dat iederen dag, ieder uur, nader en nader kwam, onafwijsbaar, onafwendbaar, en omdat die toekomst wellicht zoû zijn, als dat verleden?
Een ontzétting rilde door mij heen, maar ik begreep dadelijk niets te moeten laten blijken. Charis zelve begreep niets, wist niets van dien machtigen toovenaar; voor Davus was Chersonezus' naam niet meer dan welke andere klank! Alleen voor mij was hij de ontzetting! Wat kon ik doen? Vluchten met Charis?
Toen rilde zij, en zij dacht: »kon ik het van mij afzetten!« Zij ging naar boven naar haar kamer in haar latafel, en nam uit de bovenste laâ een witten doek; zij zette het hoofd weer op den hals, en bond er den halsdoek zóó om, dat men niets zien kon, en zette hem voor de deur op een stoel, en gaf hem den appel in de hand.
Maar ginds, in het Oosten, rilde een rozige schijn op, een kier van goud scheurde lang in den nog schemergrauwen hemel laag over de oorden, die wij verlaten hadden en de jonge dag, zelfs aanbiddelijk boven dit ruwe landschap, rees als een jonge god op.
„En weet Tienus er niets van?” vroeg Frits, terwijl hij Jaantje, die onwillekeurig bij ’t noemen van dien naam de oogen neersloeg, doordringend trachtte aan te zien. Marie rilde even en dwong met geweld haar tranen terug, want plotseling kwam haar het beeld van den stoeren dragonder, Bijou’s antipathie, voor den geest.
Het zoû altijd blijven leven. Hij rilde, en even voelde hij spijt Basil niet alles eerlijk gezegd te hebben. Basil zoû hem geholpen hebben Lord Henry's invloed, en de nog giftiger essences van zijn eigen temperament te niet te doen. De liefde, die Basil hem toedroeg want het was waarlijk liefde, had niets in zich, dat niet mooi en intellectueel was.
"Je zult het wel laten om weg te vliegen," riep hij. Maar juist op dat oogenblik was de ganzerik er achter gekomen, hoe hij doen moest om van den grond op te vliegen. Hij kon niet ophouden om den jongen af te schudden, zoodat die mee de lucht in moest. 't Ging zóó snel in de hoogte, dat de jongen rilde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek