Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Zou het inderdaad te veel zijn geweest? Zou zij morgen...? Zij rilde. Zou men morgenochtend kloppen aan haar deur, te vergeefs, steeds te vergeefs, en zou men haar ten laatste zoo vinden? Verschrikkelijke gedachte! Zij baadde in haar zweet, en hare vingers zochten het medaillon. Dat portret mocht men niet op hare borst vinden! Zij richtte zich op en rukte het portret uit het medaillon.
En in die stille, nieuwe heerlijkheid, waarin de dauw zoel neerzeeg, speelde omhoog het perelende lied van een jongen nachtegaal. Pallieter rilde. En hij dacht aan de zon, die nu nog ver achter de wereld zat, ievers bij de Moorkens en de Chineezen.
Haar hoofd hield ze gebogen, en het scheen haar, of ze reeds voelde, hoe het scherpe zwaard sneed door den nek, en terwijl ze haar hoofd dieper nog boog, leek het zelfs voor haar als viel het terneder op den grond. Ze rilde. Ze was nog zoo jong! Van het leven te moeten heengaan, en de wereld was zoo jong. Met al de kracht van haar bloed had ze een man lief waarom was de dood zoo wreed?
Cosette hervatte haar arbeid, maar langer dan een kwartieruurs voelde zij haar hart als een hamer in haar borst kloppen. Zij telde de minuten, die aldus verliepen, en had wel gewenscht, dat reeds de volgende morgen daar was. Nu en dan zag een der drinkers naar de straat en riep: 't Is zoo donker als in een oven! of: Men moet een kat zijn om in dit uur zonder lantaarn uit te gaan! En Cosette rilde.
Nu, Alan verlies nu geen minuut. Wat is die kist zwaar. Ik zal hem voor je dragen. Breng jij de andere dingen dan meê. Hij sprak haastig en bevelend. Campbell gevoelde zich door hem overheerscht. Zij gingen samen de kamer uit. Boven gekomen nam Dorian den sleutel uit zijn zak en draaide het slot open. Toen stond hij even stil, angst in zijn oogen. Hij rilde.
En van uit het mos, de lucht, het veld, de beken en het riet, uit het groote en het kleine, kwam er eene heilige rust, eene zuivere stilte en hooge sereniteit. De bladeren vielen, de winter rilde aan den horizon. Het was er mee gedaan. Het leven had alles gegeven wat het kon. Het was moe en uitgeput, en ging nu rusten terug in den grond, en er nieuwe krachten vergaren voor te naaste jaar.
Ik deed net, alsof ik niet op hem lette, maar ik nam hem heel goed op: hij was zoo bleek als een lijk, hij rilde en liep in de kamer op en neer als iemand, die niet weet wat hij wil. In een hoekje zag hij mijn pakjes met kleeren liggen. Dat scheen hem te hinderen en hij zette het scherm voor die pakjes, om ze niet meer te zien.
"Goeden avond," zeide Mimi, die naar hem toe ging en hem de hand drukte, wat hij werktuigelijk toeliet. "Wat voor den duivel kom jij hier doen?" vroeg Marcel; "en nog wel op dit uur?" "Ik heb het zoo koud," antwoordde Mimi rillend; "en daar ik in het voorbijgaan nog licht hier zag, ben ik, al is het wat laat, naar boven gekomen." Zij rilde nog steeds.
Maar hij liep verder, en hij kwam bij de zee. En het water was nog zwart en zoo dik, zoo dik, en het borrelde en kookte al van onderen op en kwam met dikke bobbels boven, en er ging een rukwind over de zee, dat de golven omsloegen. De man rilde er van. Toen ging de man staan en riep: "Mannetje, mannetje Timpetee, Botje, botje in de zee, Mijne vrouw, mijn Ilsebil, Wil niet, zooals ik wel wil!"
Toen kromp het moederhart in een: »U afstaan!..." rilde zy: »Neen, Ellen! spreek dat woord niet weêr: »Al kostte 't my mijn rang, mijn eer »Kies tusschen hem en my!..." Wie vraagt gehoor by Hollands Graaf?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek