Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
De regen van gisteren was voor den grond een zalf geweest, en alles stond eens zoo schoon, zoo helder en zoo rein. Met al de Kermiszorgen had Pallieter de beenen onder zijn gat uitgeloopen, en nu was hij gelijk een kind zoo blij, den scherpen reuk van 't open veld te rieken. Hij lachte, riep echo's op, dronk ievers bier en speelde met de kegelen.
Ik bedoel de gewezen dominees die overgingen in de schryvery. Hun arbeid blyft rieken naar den kansel, alsof ze betaald werden voor 't wáármaken der Latynsche spreuk over den eenmaal van zeker geurtje doortrokken pot.
Als het gezin niet zeer groot is, doet men best om niet meer dan b. v. 5 ons te gelijk gereed te maken. Haring. Versche haringen kan men daaraan kennen, dat zij blank zijn, en volstrekt niet tranig rieken en dat de oogen niet diep liggen; men behoeft ze vóór het gebruik slechts af te spoelen en uit te halen.
Seffens wierd hij achtervolgd van boeren met schuppen en rieken gewapend maar hij was hen te vlug en sprong met sierlijk wippen, het gewei naar achter en de dunne pooten in brug, lijk men ziet op oude tapijten, over slooten en beken, rende door een overstroomden beemd en verdween langs den kant der zon in een ander boomenrijk gedeelte.
Neemt niet blindelings de beteekenis aan, welke zij ons geven. Ik zou mij in uw plaats Rosa noemen, miss Dahlia. Een bloem moet liefelijk rieken en een vrouw moet geestig zijn.
"Dat dunkt mij ook," zeide Pulver: "ja, dat is geen wonder: er trekken tegenwoordig heel wat lieden dien koers uit. Nu! wij zullen zien." Weldra lagen wij naast de kof: "alles wel! alles wel" klonk het nu over en weer. "Hier breng ik je een heele winterprovisie", riep Pulver zijn confrater toe: "zoo geurig, dat je schip er wel een jaar naar rieken zal."
Gedurende den winter bedekt men de bakjes met een oud kleed of met droog blad, of wel, men zet ze tot het voorjaar in een luchtigen kelder. Een, om haar bladeren, zeer lieve klimplant is de Pilogyne suavis, een plant, die tot de familie der Pompoenen behoort. Zij is afkomstig van de Kaap de Goede Hoop, heeft fraaie bladeren en onbeteekenende, witachtige bloempjes, die zeer aangenaam rieken.
Hun leven was vol zorg, hunne kleederen rieken naar graven en spelonken. Hoor! een vrouw onder hen spreekt: looft den Heer, want Hij heeft heerlijk getriomfeerd! Buig u nog dieper voor hen, mijn Juda; zij waren Gods dienaren en profeten, die in de toekomst schouwden en opschreven wat zij zagen. Koningen verbleekten bij hunne nadering, volken sidderden op het geluid hunner stem.
Maar, sprak Lamme, er zijn ook twee ezelen, waarop wij zitten. In den stal van den grave van Meghem is geene haver te kort, antwoordde de dame. De keukenmeid liet heure braadpannen staan en bracht Uilenspiegel en Lamme op het binnenhof, en de ezels begonnen seffens te balken. Ze rieken eten en ze schateren uit van vreugde, de arme dieren, sprak Uilenspiegel.
Maar ik houd niet van de galerij; men zit er ongemakkelijk. 't Is er meestal stampvol; en er zijn lieden die leelijk rieken." Daarop zag zij Marius aan, en zeide op zonderlingen toon: "Weet ge wel, mijnheer Marius, dat ge een zeer lieve jongen zijt?" En op denzelfden tijd kwam bij beiden dezelfde gedachte op, die haar deed glimlachen en hem deed blozen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek