Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


"Waar hij woont kan ik u makkelijk beduien," antwoordde de waard: "maar gij zult hem thans niet aan zijn huis vinden, vermits hij hier is." "Hier! Welnu! wees dan zoo goed hem te roepen." "Hij zal zoo aanstonds terug zijn," hernam Reynszen: "hij is hier achter bij een zieke; want hij is tevens Dokter, moet je weten." "Ja! dat is ook waar," zeide Pulver: "hoe maakt het die arme meid?"

"Een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg," zeide Reynszen: "en Mijnheer wordt voor zijn inlichting bedankt. Jawel, Terschelling is een vrijplaats; maar 't behoeft daarom geen boevennest te worden. Nu! ik kuier op en zie of ik den Drost kan vinden. Tot straks dan." Dit gezegd hebbende, verwijderde hij zich, mij met Pulver bij de vrachtwagens latende.

"Hm!" zeide Doedes: "uw opinie niet gevraagd deposeeren meer niet." "Maar," vroeg Reynszen aan Pulver: "hoe kwaamt gij daar aan het duin met uw makker?" "Wij waren uitgegaan om den Heer Huyck te zoeken, over wiens lang wegblijven wij ongerust begonnen te worden," antwoordde Pulver in zijn eenvoudigheid. "Er was dus reden, om ongerust te wezen?

"En drink jelui waarachtig dat goed nou te Amsterdam?" vroeg Reynszen, nader tredende: "'t is bylo een rare kost: ik heb 't eens gezien: maar ik zou 't niet lusten." "Kom! kom!" zeide ik: "mettertijd zult gijlieden er ook wel smaak in krijgen, als 't wat algemeener wordt. Maar wat ik zeggen wilde, Kapitein! gij hebt mij een leelijke poets gebakken, met mij zoo te laten slapen.

Er was geen bevel, waaraan ik met meer bereidwilligheid voldoen kon: ik kleedde mij, en eenige oogenblikken later waren wij allen aan het huis van Doedes, die ons aan de voordeur ontving. "Hoe is het met den lijder?" vroeg hem Reynszen.

"Wij zullen den geaccuseerde akte verleenen van zijn wraking," zeide Reynszen, met een deftigheid, die mij verbaasde: "en inmiddels voortgaan met den getuige te examineeren. Andries Matthijsen! wat hebt gij te deposeeren?"

"Onderzoek het niet," antwoordde ik: "hij is hier in gevaar: ik zal u de opheldering later geven. Spreken wij thans over de schikkingen, die er in deze treurige omstandigheden te maken zijn." Hiertoe werd ons echter weinig tijds gegund: wij hadden slechts even het punt der begrafenis aangeroerd, toen de vrouw van Reynszen weder aankwam.

Ik bemerkte dat Pulver reeds was opgestaan, en waarschijnlijk uit bescheidenheid, het vertrek verlaten had zonder mij te wekken. Ik kleedde mij spoedig aan en haastte mij naar het voorhuis, ten einde hem op te zoeken. Ik vond echter noch hem, noch Reynszen; maar op mijn geroep kwam de vrouw van laatstgemelde aangeloopen.

Reeds vreesde ik, daar de woning mij toescheen niet zeer groot te zijn, dat de lijderes zich misschien in een nabijgelegen kamer bevond en van daar iets van ons gesprek gehoord of de stem haars vaders herkend zoude hebben: maar deze vrees bleek mij ongegrond te zijn; want het ziekvertrek, waarheen ik mij thans met den Dokter begaf, bevond zich in een afzonderlijk huisje, mede aan Reynszen toebehoorende, en waarmede men door een achterdeur en binnenplaats of tuintje gemeenschap had.

En inderdaad, langzamerhand dropen de gezellen één voor één af, en hoorde ik Reynszen elk op zijn beurt een goeden avond wenschen: zij waren allen op één na weg, toen de laatst overgeblevene, dezelfde, wiens stem mij bekend voorkwam, tot den waard begon te spreken: "Wel! hoe is 't? Is die vent met zijn duffelsch buis hier niet meer, die met die bleeke meid is komen andwalen?"

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek