Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
"Nu, ik wil hem wel roepen," zeide de waard: "maar toch ik twijfel, of hij hier zal komen. Met deze woorden verliet Reynszen het voorvertrek.
"Neen!" antwoordde Reynszen: "het is eerst sedert een paar dagen, dat zij bij mij aankomen: de eene, zooals hij zegt, wil veulens koopen: de andere heeft weer een negotietje van snuisterijen: en een derde is een matroos, die verlof heeft: en een vierde is voor plezier mee, maar wat verscheelt het mij? zoolang zij betalen, vraag ik niet, wie zij zijn, of hoe zij heeten: en bovendien, Terschelling is een vrijplaats vanouds: al hadden zij wat uitgericht, dan mag niemand hen hier molesteeren."
Opeens scheen hij zich te bezinnen, een boosaardige glimlach vertoonde zich op zijn gelaat, en mij scherp aanziende: "gij," zeide hij. "Ellendige!" riep ik: "wilt gij met een leugen de eeuwigheid ingaan?" Een diepe stilte volgde bij de aanwezigen. Reynszen zag mij met een medelijdenden blik aan, terwijl hij de schouders ophaalde als wilde hij zeggen: "gij hoort het."
"UEd. is hier slecht gelogeerd," zeide hij, nadat wij het voormelde punt hadden afgehandeld, "ik zal daarover spreken met Reynszen. Er is geen reden om te behandelen als een slechten boef iemand, die wel in staat is te betalen een goed logies. Maar
Twee of drie andere personen, die gedurende het gesprek waren binnengekomen en, gelijk mij naderhand bleek, tot de Notabelen van het dorp behoorden, vereenigden zich met de gevoelens van Reynszen en drongen bij den Drost aan, dat hij Schepensbank zou beleggen, en niet, om een onzeker privilege vast te houden, de ontevredenheid wekken van het hooge Landsbestuur.
"Wijs deuzen Heeren den weg eens naar Geurt Reynszen," zeide de man tegen den naastbijstaanden knaap: en deze, na ons nog even te hebben aangekeken, sloeg zonder overhaasting den gullen zandweg in, die naar het dorp bracht. Wij volgden onzen wegwijzer, geleid door de gansche jonge bevolking, die zich om ons heen drong, als had zij in last bekomen ons op te brengen.
Ik gaf hem zulks in korte woorden te verstaan, terwijl wij vervolgens gezamenlijk de woning binnentraden van den hierbovengenoemden Geurt Reynszen, die bij de hoedanigheid van Onderstrandvonder ook, gelijk mij naderhand bleek, die van voorzittend Schepen bekleedde en dus een der gewichtigste personages van het eiland was.
Juist wilde ik daarover beginnen, toen een nieuw personage de herberg binnentrad. Deze was een dor schraal kereltje, wiens onbeduidende lichaamsbouw sterk afstak tegen de kloeke gestalte van Reynszen en van de Terschellingsche visschers, die ik aan de haven gezien had.
Het was dus met dezen Reynszen voornamelijk, dat ik over het doel mijner komst zoude moeten spreken: terwijl ik mij tevens vleide, dat hij beter dan iemand in staat zoude zijn eenig bericht aangaande de dochter van Helding te verschaffen.
Zijn door de kinderziekte sterkgeschonden gelaat had weinig behaaglijks; terwijl de omgekrulde onderlip en vooruitgezette borst geen geringe mate van zelftevredenheid en verachting van anderen schenen aan te kondigen. "Zoo Drost! ben je daar?" vroeg Reynszen, den nieuwaangekomene de broederhand toestekende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek