Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


Die man kon hem gevaarlijk worden, en vreezende dan het lot van De Nicuesa of De Enciso te zullen ondergaan, stond hij overal tegenover hem als zijn vijand, en wist hij de oude aanhangers van De Nicuesa en De Enciso in zijne belangen over te halen. En terwijl Pedrarias zoo in het geheim werkte, deden de nieuwaangekomene Ridders en soldaten niet veel anders dan een lui en ongebonden leven leiden.

Meermalen poogde zij te gaan zitten, maar juist op het oogenblik dat zij er toe besloot, verscheen er weder altijd iemand om haar zijne beleefdheid te bewijzen; en ik bewonderde in stilte de goede gratie, waarmede zij zich terstond weder tot den nieuwaangekomene wendde en de onbeduidende gezegden, die vrij wel met de door al zijne voorgangers gehoudene gesprekken overeenkwamen, met verschen moed beantwoordde.

Hij was heel grappig, en de moeder en de dienstboden hadden allen zoo'n pleizier, dat ze soms slap van lachen waren. Sigurd keek hem aanhoudend aan, dien heelen avond, maar hij lachte niet. De knecht ging een oogenblik in den stal om het paard te verzorgen, en dat nam de moeder waar, om Sigurd te vragen, hoe hij den nieuwaangekomene vond.

Een paar seconden later zag hij een jongmensch door den tuin komen en met veerkrachtigen vluggen tred naar het huis snellen. Albertine vloog hem te gemoet, halverwege den tuin, reikte hem haar beide handen, stond even stil en wandelde toen, arm in arm, met den nieuwaangekomene naar de veranda. Dorus merkte op, hoe gelukkig zij er uitzag, hoe haar gelaat straalde, terwijl zij naar hem opkeek.

"Wel Esser, wat voert u zoo vroeg naar het kasteel?" riep de fungeerende pluimgraaf den nieuwaangekomene toe: "Gij schijnt haast te hebben. Proe! slokhals! gunt ge dien anderen niets? Wacht! jaag me die kleine zwartkuif eens even hier op aan.

"O Jonker Seerp!" riep Sytsken: "spreek een woord voor den armen Feiko, wien men naar de boeien wil brengen." De nieuwaangekomene, tot wien zij sprak, was een jonkman van ruim dertig jaren, lang en mager, doch gespierd en forsch. Zijn gelaatstrekken, ofschoon regelmatig, waren te sterk geteekend om innemend te heeten, en de opslag zijner oogen gaf hoogheid en eigendunk te kennen.

Aylva wilde iemand derwaarts zenden, om te onderzoeken wat het ware, toen men de wachters terug zag treden met een besluitelooze houding, als wisten zij niet, of zij volgens hun plicht aan den nieuwaangekomene den toegang moesten vrijlaten of ontzeggen: en nu vertoonde zich, zweetende en blazende, met de hem eigene verwaandheid en zelfvoldoening op het vuurrood gelaat, aan de verwonderde oogen der aanschouwere, het klein en onbeduidend figuurtje van meester Claes Gerritsz, den voormaligen Marktschrijver van Haarlem.

Eenig half gesmoord gelach en een suizend gemompel begonnen zich reeds aan alle kanten te doen hooren, toen Aylva, wenschende een uitbarsting te voorkomen, den nieuwaangekomene toesprak: "Wie zijt gij? En wat komt gij hier zoeken?"

Voor wij echter aan onze lezers verhalen, wie deze nieuwaangekomene was, moeten wij tot den Heer van Aylva en zijn gasten terugkeeren. "Gij ziet," zeide de Bisschop, zoodra Madzy vertrokken was, tot den Olderman, "dat ik aan mijn belofte getrouw ben.

Geef mij uw stuk hout! zeide Mattia, terwijl hij naar den nieuwaangekomene toetrad. Maar inplaats van het stuk hout aan zijn makker te geven, hield hij het achter zijn rug. Neen, zeker niet, zeide hij. Geef het mij, dan wordt de soep beter.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek